Verleden van failliete Calleeuw blijft uitbaters Brasserie Tompouce in Brugge achtervolgen
Ook vier jaar nadat het hele horeca-imperium van Philip Calleeuw verbeurd werd verklaard, blijft het faillissement de zaakvoerders van Brasserie Tompouce aan de Burg in Brugge achtervolgen. Het verhaal van Philip Calleeuw is genoegzaam bekend. Het ging enkele jaren geleden van kwaad naar erger met de verschillende horecazaken van de gewezen horecapaus. Overal bij hotel Duc de Bourgogne op het Huidenvettersplein. Restaurants De Beurze, Café Francais, Le Grand Café Belfort en Le Panier d’Or op de Markt van Brugge. Restaurant Tom Pouce aan de Burg en Hotel-restaurant ’t Putje aan ’t Zand kwamen overtredingen en fraudes aan het licht en het aantal klachten stapelden zich torenhoog op. De schuldeisers vroegen het faillissement aan en is een tijdje nadien ook effectief uitgesproken. De zaak noemde in de periode van Calleeuw Tompouce NV, waarvan de afhandeling van het faillissement recentelijk werd gepubliceerd in het Staatsblad.
Laurent De Bleecker en Vera Vandevelde, de huidige zaakvoerders van Tompouce, kochten vier jaar geleden (1-2-2016) het handelsfonds van de curator met de ‘BVBA BURG17’. En daar blijkt nu plots veel verwarring over te bestaan. Dat was de afgelopen maanden ook bij de andere restaurants zo. Laurent De Bleecker: “Met ons personeel hebben we geen problemen omdat die al jaren in dienst zijn meer sommige leveranciers hebben we echt op ons woord moeten overtuigen dat beide zaken totaal los van elkaar staan. Sommige brouwerijen zagen het zelfs als een opportuniteit om de verwarring nog aan te dikken met een overname in het achterhoofd.” Nu de coronacrisis al enorme schade aanricht, komen deze geruchten op een heel ongemakkelijk tijdstip er nog eens bovenop. Vera Vandevelde: “Het gaat hem voor ons om het opklaren van enkele misverstanden. Ik kan je toevertrouwen dat we met al onze zaken (n.v.d.r. Tompouce op de Burg, Brugge Die Schone aan ‘t Pandreitje en Hotel Rubens in Oostende) met goede moed en veel honger klaar staan om na de coronacrisis er weer volop tegenaan te gaan.”