Vangst van 325 muskusratten afgelopen jaar op grondgebied van Diksmuide
Stad Diksmuide en Middenkustpolder gaan samenwerkingsovereenkomst aan betreffende de ratten- en exotenbestrijding op het grondgebied van Diksmuide. Momenteel heeft de stad Diksmuide twee werknemers die actief aangesteld zijn als ratten- en exotenbestrijder. Vroeger had de stad Diksmuide drie fulltime werknemers die zich dagdagelijks inzetten om vooral de muskusrat op ons grondgebied te bestrijden. Dit werd afgebouwd daar de muskusrat in onze regio volledig verdwenen was. Er werden zelfs in een periode van 10 jaar geen enkele muskusrat op ons grondgebied gevangen. Maar sinds 2018 kent de muskusrat terug een opmars en er moet terug meer tijd en energie gestopt worden in het afvangen van deze dieren.
Enkele cijfers :
• 2018 : 24 muskusratten
• 2019 : 160 muskusratten
• 2020 : 218 muskusratten
• 2021 : tem oktober : 325 muskusratten
Schepen van land- en tuinbouw Martin Obin (CD&V): “Deze cijfers bewijzen duidelijk dat de muskusrat in opmars is en dat de huidige personeelsbezetting van 1,6 voltijdse equivalenten onvoldoende is om op ons uitgestrekt grondgebied een gericht en doeltreffend muskusratten bestrijding uit te voeren. Daarnaast moeten we ook meegeven dat 1 muskusratbestrijder al geruime tijd wegens ziekte afwezig is. Gelukkig krijgen we wat hulp van de VMM en de diversen polderbesturen die als waterbeheerder ook de plicht hebben om in hun bekenstelsel muskusratten te bestrijden.
Naast het vangen van muskusratten worden deze mensen ook ingezet om de bestrijding van bruine rat, toezicht bij zwerfkattenprojecten, inzet bij mollenvangst, duivenvangst, exoten bestrijden…….. Maar op heden werden deze taakuitvoeringen op een laag pitje geplaatst en zelfs onhold geplaatst. We moeten ook weten dat de wetgeving op het vangen van muskusratten de laatste jaren enorm gewijzigd is. Er mag steeds minder gif worden gebruikt en ook steeds minder fuiken worden geplaatst. Hierdoor worden de muskusratten op een diervriendelijker manier bestreden. Dit brengt met zich mee dat het veel arbeidsintensiever geworden is om deze beestjes te kunnen bestrijden.”