Scriptieprijs 100 Jaar Groote Oorlog gaat naar historicus Luc De Munck
In Het Vleeshuis in Ieper werd gisteren de tweede Scriptieprijs 100 Jaar Groote Oorlog van Scriptie vzw en het Departement Buitenlandse Zaken van de Vlaamse Overheid uitgereikt. Luc De Munck krijgt de prijs ter waarde van 1000 euro voor zijn onderzoek dat een nieuw licht werpt op de inzet van Belgische verpleegsters tijdens WOI.In zijn geschiedenisscriptie ontkracht Luc De Munck, een 62-jarige archivaris op rust uit Grimbergen, een aantal denkbeelden over Belgische verpleegsters tijdens de oorlog. “Er wordt vaak beweerd dat er tijdens de oorlog amper tot geen Belgische verpleegsters actief waren. De soldaten zouden vooral door buitenlandse verpleegsters zijn verzorgd, maar dat klopt niet”, aldus De Munck. Door in de archieven van verpleegstersopleidingen te duiken kon hij achterhalen dat er voor en tijdens de oorlog meer dan 6.000 verpleegsters werden opgeleid in ons land. Daarvan zijn er minstens zo’n 800 in de fronthospitalen beland.
Pas opgeleid
Via dagboeken, zoals dat van de Brusselse verpleegster Jane De Launoy, bestudeerde De Munck hoe het die pas opgeleide verpleegsters in die fronthospitalen verging. “Hun opleiding kon hen uiteraard niet voorbereiden op de gruwel van de oorlog. Dat maakte hun job bijzonder hard en het zorgde voor heel wat stress en oververmoeidheid. Ook moesten ze in oorlogstijd allerlei nieuwe technieken, zoals radiografie of wondontsmetting, toepassen. Dat waren zaken die ze niet in hun opleiding gezien, waardoor dit een hele uitdaging vormde.”
Van prostituee tot witte engel
De Munck nam in zijn werk ook de beeldvorming over de verpleegsters onder de loep. “Het gekende beeld van de verpleegster als witte engel, als hét toonbeeld van zorg, is toch vooral iets dat na de oorlog ontstond. Bij de soldaten die ze verzorgden konden verpleegsters op heel wat appreciatie rekenen. Maar grote delen van de bevolking stonden erg wantrouwig tegen deze jonge vrouwen die omgingen met naakte mannenlichamen en het aandurfden hen onder de gordel te verzorgen. Ze werden gezien als mannenverslindsters en zelfs prostituees. Daarbij speelt natuurlijk ook dat verpleging voor de oorlog nog hoofdzakelijk door kloosterzusters gebeurde. Maar dankzij het belangrijke werk dat de lekenverpleegsters verrichten, veranderde het beeld van hun beroep in de loop van de oorlog.”
Jury
De Munck haalde het uit een totaal van 26 inzendingen. De jury loofde zijn scriptie als “een sterk gedocumenteerd onderzoek dat een nieuw licht werpt op een onderbelichte groep in de geschiedschrijving van de Eerste Wereldoorlog”. De tweede prijs en bijhorende 500 euro is voor Emma Demarée uit Brugge, een master in de taal- en letterkunde van de Universiteit Gent. Demarée bestudeerde voor haar scriptie het anonieme oorlogsdagboek ‘Crux Christi Nostra Corona” en wist daarbij de identiteit van de auteur, de Britse verpleegster Oliver Mary Mercer-Clements, te ontrafelen. Alexia Coussement (KU Leuven) uit Lier sleept de derde prijs, goed voor 250 euro, in de wacht met haar scriptie over de Belgische kunsthandel tijdens WOI.
KlasCementsprijs voor herinneringseducatie in de kleuterklas
In samenwerking met het leermiddelennetwerk KlasCement werd bovendien ook een prijs t.w.v. 500 euro voor de sterkste WOI-scriptie uit de lerarenopleiding uitgereikt. Die gaat naar Delphine De Hulsters en Margot Declercq die in 2014 als kleuteronderwijzers afstudeerden aan de VIVES Hogeschool in Tielt. Zij gingen de moeilijke uitdaging aan om de Groote Oorlog bespreekbaar te maken in de derde kleuterklas, iets waar ze dankzij hun doordachte aanpak met verve in slaagden, aldus de lerarenjury die hun werk beoordeelde.