Home > Man uit Ieper moet half miljoen betalen voor illegaal verhandelen van tabak

Man uit Ieper moet half miljoen betalen voor illegaal verhandelen van tabak

Geschreven op 27 februari 2025 om 07:00 door Mario De Wilde

Het hof van beroep Gent heeft gisteren een beklaagde wegens illegale handel in tabak veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 maanden met uitstel voor een termijn van 3 jaar, en een boete van 5.000.000 euro waarvan 4.800.000 euro met uitstel voor een termijn van 3 jaar. De beklaagde moet ook een bedrag van 863.975,11 euro aan ontdoken belastingen betalen. Het hof bevestigt daarmee het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge.
Feiten
Naar aanleiding van een eerdere inbreuk op de milieuwetgeving verrichtten agenten van de lokale politiezone Arro-Ieper op 10 maart 2021 een controle van afvalverwijdering op het erf van de boerderij van de eerste en de tweede beklaagde. Hierbij werden verscheidene vuilniszakken gevuld met gekerfde tabak aangetroffen. Deze vuilniszakken bevonden zich in een struweel onder autobanden.

De politie verwittigde de dienst van Douane & Accijnzen Opsporingen Brugge (FOD Financiën). Zij troffen tijdens hun huiszoeking naast de zakken gekerfde tabak (zonder fiscale kentekens) ook een twintigtal balen ruwe tabak aan. Naast 119,30 kilogram tabak werden er verschillende documenten, mappen en schriften in beslag genomen.

Het onderzoek toonde aan dat de eerste en tweede beklaagde ruwe tabak overmaakten aan een tabaksfabriek (vierde beklaagde) in Ieper, waarvan de derde beklaagde bestuurder was. De tabak werd daar clandestien gekerfd. Daarna werd de tabak terug naar de boerderij van de eerste twee beklaagden vervoerd en vervolgens via de zwarte markt verkocht, zonder dat hierop accijnzen werden betaald. Uit de aangetroffen mappen en geschriften bleek dat (minstens) 7.036,50 kilogram rooktabak op deze onregelmatige manier was verkocht. Volgens de FOD Financiën was deze hoeveelheid goed voor een
berekende waarde van 1.589.853,74 euro.
Tenlasteleggingen
Vier beklaagden moesten zich voor de correctionele rechtbank van West-Vlaanderen, afdeling Brugge verantwoorden wegens het onregelmatig bezit van tabak voor commerciële doeleinden, en dit zonder heffing van (bijzondere) accijnzen.
De eerste en tweede beklaagde moesten zich bijkomend verantwoorden voor:
• het telen van tabak zonder het indienen van teeltaangiftes 447
• het oogsten van tabak zonder het indienen van oogstaangiftes 449
In de periode tussen het onderzoek en de behandeling voor de rechtbank in Brugge overleed de tweede beklaagde. Zijn strafvordering kwam hierdoor te vervallen.

0 reacties

Wees de eerste die reageert op dit artikel!

Geef een reactie op dit artikel

Velden met een * zijn verplicht in te vullen. E-mailadressen worden nooit gepubliceerd op de website.