Kortrijk brengt advies uit over windturbine Barco. Uitspraak op 20 september
Het stadsbestuur van Kortrijk heeft advies gegeven in het kader van de vergunningsaanvraag van Barco om een windturbine te plaatsen op haar bedrijfssite in het Beneluxpark. Het advies van het college van Burgemeester en Schepenen is gedeeltelijk gunstig, gedeeltelijk ongunstig. De provincie West-Vlaanderen staat in voor het verlenen van de vergunning.
Stad ondersteunt inzetten op hernieuwbare energie
Het inzetten op hernieuwbare energie wordt ondersteund door de stad Kortrijk. De stad wenst op een doordachte en toekomstgerichte manier bij te dragen tot het uitbouwen van alternatieve energiebevoorrading. Het inplanten van een windturbine kan ruimtelijk gemotiveerd worden vanuit onderstaande overwegingen:
– In voorliggende aanvraag is er een directe relatie tussen de geproduceerde energie en de afname ervan voor het bedrijf.
– De windturbine wordt voorzien op een bedrijventerrein binnen het stedelijk gebied.
– De windturbine wordt voorzien binnen het bestaande ruimtebeslag, er dient geen bijkomende open ruimte aangesneden te worden.
– De windturbine is structurerend voor het kantorenpark op Hoog Kortrijk en kan een herkenningspunt vormen.
– De windturbine vindt aansluiting bij bestaande grootschalige infrastructuren op de bedrijfssite van Barco zoals het hoogstapelmagazijn en hoofdkantoor ‘the Circle’.
– Vanuit het principe van duurzaam ruimtegebruik wordt de energieproductie geoptimaliseerd door het voorzien van windturbines met een groot energetisch vermogen.
Impact op milieu onvoldoende duidelijk
De ruimtelijke impact van de windturbine is echter zo bepalend dat bij de keuze van locatie, de turbine in alle aspecten moet kunnen voldoen aan de milieunormen inzake geluid, slagschaduw en veiligheid en geen hinder mogen veroorzaken voor de omwonenden en de bezoekers. Op basis van het ingediende dossier is het onvoldoende duidelijk of de exploitant in staat is om de nodige garanties te bieden dat de turbine met een tiphoogte van 180 meter en een vermogen van 4.5 MW, kan voldoen aan de gestelde normen inzake geluid, slagschaduw en veiligheid. Er is nood aan extra argumentatie en cijfermateriaal. Het is ook onduidelijk of de rentabiliteit van de windturbine, na opleggen van de milderende maatregelen, nog in verhouding zal staan tot de ruimtelijke impact van de windmolen.
Bijgevolg beslist het college van Burgemeester en Schepenen een gedeeltelijk gunstig, gedeeltelijk ongunstig advies uit te brengen op voorliggende aanvraag. Het is nu aan de provincie om te beslissen of zij een omgevingsvergunning verleent voor de windturbine. De provincie zal zich daarover uiterlijk op 20 september uitspreken.