Koninklijke Orde van de Paardevisser schenkt eerste garnalen aan koning Filip
Gisteren vond een bijzondere ceremonie plaats in de residentie van de gouverneur van West-Vlaanderen, Carl Decaluwé, in Brugge. De Koninklijke Orde van de Paardevisser uit Oostduinkerke, overhandigde de eerste vangst van de verse garnalen van het nieuwe seizoen. Normaal gesproken worden deze garnalen rechtstreeks aan koning Filip aangeboden, maar vanwege renovatiewerkzaamheden in het Koninklijk Paleis vond de plechtigheid dit jaar plaats bij de gouverneur.
Mevrouw Hilde Vanden Berghe, adjunct-protocolchef van het Huis van Zijne Majesteit de Koning, nam de garnalen namens koning Filip in ontvangst. Het overhandigen van de garnalen markeert de start van het nieuwe garnalenseizoen, dat jaarlijks in september begint, en is een traditie die al 55 jaar in ere wordt gehouden. Grootmeester René Decorte benadrukte tijdens de ceremonie de trots op de Oostduinkerkse garnalen, die hij “de kaviaar van de Noordzee” noemde.
Hechte band
In 1935 was prinses Josephine Charlotte reeds een graag geziene gast bij de paardenvissers in Oostduinkerke. Sindsdien is de band tussen de paardenvissers en de Belgische monarchie diepgeworteld. Sinds de oprichting in 1967 van de ‘Orde van de Paardevisser’ en het eerste bezoek aan het Paleis in 1968, is de Orde onafgebroken te gast geweest bij de koninklijke familie.
Dit jaarlijkse ritueel blijft een belangrijk moment voor de paardenvissersgemeenschap. “De Koninklijke familie onderhoudt al jarenlang een warme band met de Koninklijke Orde van de Paardevisser en met het ambacht van de paardenvissers. De ontvangst door Zijne Majesteit de Koning, die begon in 1968, is uitgegroeid tot een jaarlijkse traditie. Toch blijft dit elk jaar een unieke gebeurtenis waar we telkens reikhalzend naar uitkijken”, zegt voorzitter Marc Sirjacobs. “Naast de ontmoeting met koning Filip en koningin Mathilde in 2017, waarbij de Orde haar Koninklijke titel ontving, zijn er talrijke mooie herinneringen aan de ontmoetingen met koning Boudewijn en koning Albert.”
Troonsafstand
In 2013 waren, op uitnodiging van de Koninklijke Orde van de Paardevisser, koning Albert en koningin Paola te gast op het strand van Oostduinkerke. Dit bleek later het laatste officiële bezoek te zijn voordat koning Albert zijn troonsafstand bekendmaakte. Een bijzonder hoogtepunt vond plaats in 2014, toen de Orde aanwezig was bij de eerste muntslag van de euromunten met de beeltenis van koning Filip. Deze gebeurtenis viel samen met de erkenning van het ambacht van de paardenvissers door Unesco als werelderfgoed. “Het absolute hoogtepunt voor onze vereniging vond plaats op 12 september 2017, toen Zijne Majesteiten koning Filip en koningin Mathilde Oostduinkerke bezochten. Op het strand gaven de paardenvissers een demonstratie van het garnaalvissen te paard. Tijdens dit bezoek ontving de Orde van de Paardevisser de uitzonderlijke eer om uit handen van Zijne Majesteit de Koning de koninklijke titel te ontvangen, ter gelegenheid van ons 50-jarig bestaan. Dat was voor ons allen een onvergetelijke dag, en het staat nog altijd helder op ons netvlies gebrand,” vertelt voorzitter Marc Sirjacobs.
Ridder in de Orde van de Paardevisser
Na de ceremonie werd gouverneur Carl Decaluwé officieel geridderd in de Koninklijke Orde van de Paardevisser. In een ritueel werd hij uitgedaagd om een glas witte wijn gevuld met grijze garnalen leeg te drinken, zonder gebruik te maken van gelijk welk attribuut. De gouverneur voldeed met verve aan de proef en beloofde trouw te blijven aan de gastronomie van de grijze garnaal en de belangen van de paardenvissersgemeenschap te verdedigen.
Als symbool van zijn nieuwe titel ontving hij het erelint uit handen van voorzitter Marc Sirjacobs en tevens een speldje van de paardenvissers. Gouverneur Decaluwé toonde zich vereerd met de erkenning en benadrukte zijn bewondering voor het unieke ambacht van de paardenvissers. “Met dit jaarlijkse ritueel blijft de Koninklijke Orde van de Paardevisser een belangrijke brug tussen het vissersambacht en het koningshuis. De paardenvissers van Oostduinkerke, wiens vakmanschap in 2013 door Unesco werd erkend, vormen een essentieel onderdeel van ons erfgoed”, aldus de gouverneur. Dank aan de Boarebreker, PG