‘Ik ben Mathieu en ik spaar apen’; de tweede fictieroman van Daan Vanslembrouck is uit
Zopas heeft Oostendenaar Daan Vanslembrouck zijn tweede fictieroman ‘Ik ben Mathieu en ik spaar apen’ boven de doopvont gehouden. Daan Vanslembrouck (Oostende, 1978) studeerde communicatie en journalistiek en is werkzaam als communicatiemedewerker bij bakkerij-, slagerij-en hotelschool Ter Groene Poorte. Hij schrijft freelance nog voor verschillende kranten en tijdschriften. En of hij fier is met z’n tweede boek….
Waarover gaat ‘Ik ben Mathieu en ik spaar apen’?
Mathieu is net 42 jaar geworden wanneer zijn kleurloze leven plots een andere wending krijgt. Hij woont nog steeds bij zijn bemoeizieke moeder Mireille in een claustrofobisch klein flatje. Ze koopt zijn potsierlijke kleding, wast zijn rug en maakt iedere dag zijn lievelingseten klaar. De navelstreng werd nooit doorgeknipt. Mathieu werkt in een klein postkantoortje, verzamelt alle fotomateriaal over primaten en wentelt zich dagelijks in een routineus leven zonder enige vorm van avontuur. Verder dan Blankenberge en Durbuy raakte hij nog niet, maar wanneer hij onverwacht een wedstrijd wint, wordt hij brutaal uit zijn comfortzone gerukt. Mathieu vertrekt voor tien dagen op reis naar Rwanda met als hoogtepunt de loodzware trektocht door het Virungagebergte op zoek naar de natuurlijke habitat van de berggorilla’s. De groep bestaat uit zes excentrieke reizigers. Halverwege de reis slaat het noodlot echter keihard toe.
“Bevreemdend, tenenkrommend en knettergek.”
256 pagina’s – 20 euro – Uitgeverij Het Punt
Bruggeling Daan Vanslembrouck debuteerde begin 2021 met Wiggert, een sarcastisch, rauw en donker relaas waarin toeval en het vlindereffect ingenieus in elkaar werden gevlochten. Twee jaar later is er nu ‘Ik ben Mathieu en ik spaar apen’, een fictieroman dat een totaal ander verhaal schetst. Vermakelijke tristesse, kleurrijke personages en een intrigerend plot over verscholen eenzaamheid zorgen – net als Wiggert – voor een ‘grimlach’ van begin tot eind. Je wil het niet lezen, maar je doet het toch.