Home > Eddy David na 38 jaar met pensioen bij de Knokse politie: “Mijn kinderdroom waargemaakt”

Eddy David na 38 jaar met pensioen bij de Knokse politie: “Mijn kinderdroom waargemaakt”

Geschreven op 15 mei 2020 om 14:32 door Mario De Wilde

Slechteriken pakken. Het was de ultieme kinderdroom van Eddy David (60). Een droom die uitkwam toen hij als jonge knaap zijn opwachting maakte bij het politieteam van Knokke-Heist. Als medegrondlegger van de lokale recherche en dienst intern toezicht drukte hij doorheen de jaren zijn stempel op de lokale politie Damme/Knokke-Heist. Na bijna 38 jaar trekt hij noodgedwongen de deur van het politiecentrum achter zich dicht. “Zonder multiple sclerose zat ik nog in het team. Ik mis mijn werkplaats, de sociale contacten en het lesgeven.” Hier alvast het volledige interview dat communicatieverantwoordelijke Isolde Van Eenooghe met Eddy afnam.
Waarom koos je destijds voor het blauwe uniform?
“Het was een kinderdroom. Vroeger speelde ik altijd cowboy, indiaan en sheriff. Als er maar pistolen en revolvers aan te pas kwamen en ik de slechteriken kon pakken. (lacht) Na mijn verplichte legerdienst werkte ik kort als boekhouder. Ondertussen legde ik de politieproeven af.”
Hoe verliep je opleiding?
“Als je slaagde voor de proeven dan nam de gemeente je meteen aan. Op 1 januari 1981 vertrok ik thuis voor mijn eerste shift bij de Knokke-Heistse gemeentepolitie. Intern kreeg ik nog wat richtlijnen, maar ik mocht bijna meteen de baan op. Na een bezoek aan de schietstand kreeg ik zelfs een wapen. Eentje uit de Eerste Wereldoorlog, denk ik. Oud schietijzer. Ermee werpen had waarschijnlijk meer effect dan ermee vuren. (lacht) Pas na negen maanden op de werkvloer startte ik aan de politieschool.”
Hoe blik je terug op het begin van je loopbaan?
“Met een positief gevoel. In het begin was ik het slaafje van de oudere collega’s, maar daar zag ik niet tegenop. Zo leerde ik snel het vak. Tijdens de nachtshifts lagen ze rond middernacht op enkele verkeersmantels te slapen terwijl ik het papierwerk deed. Als de telefoon ging, maakte ik hen snel wakker. Dat was zo in die tijd. (lacht) Op logistiek vlak bevond ik me helemaal in het tijdperk van de dinosaurussen. Het politiebureau was bouwvallig en er liep ongedierte rond. De ouderwetse typemachines sloegen dwars door je papier en de tafels zaten vol gaten en putten. Ook het wagenpark was niet veel soeps. Zo hadden we een camionette waar de schuifdeur uit vloog wanneer we vertrokken. Een andere wagen had een versnellingspook alsof je in een pot mayonaise aan het roeren was. Nu is dat gelukkig verleden tijd en zijn de wagens in prima staat.”
Ook drugs boeiden je. Je werd de expert van het politieteam. Vanwaar die interesse?
“Vanaf 1994 doken drugs steeds meer op in het straatbeeld. Leergierig als ik was, begon ik zelf opzoekingen te doen. Ik verdiepte me in het onderwerp en gaf voordrachten in verschillende scholen. Een jaar later werd ik docent verdovende middelen aan de West-Vlaamse Politieschool. Lesgeven en ervaringen delen zat in mij, ook over andere thema’s. Ik gaf mijn kennis graag door net omdat ik zelf heel curieus was en altijd wou bijleren. Als ik iets niet begreep, kon ik daar echt van wakker liggen. Ik moest en zou weten hoe de vork aan de steel zat en pas dan kon ik het loslaten. Zelfs nu heb ik het nog moeilijk om de hele dag door niet van alles op te zoeken. Ik mis het ook om opleidingen te geven”.
Je stond ook samen met enkele collega’s mee aan de wieg van de lokale recherche in Knokke-Heist. Hoe kwam dat?
“In 1997 zijn we gestart met drie rechercheurs en een diensthoofd. Steeds meer dossiers vroegen een diepgaander onderzoek. Er gebeurden ook zwaardere feiten in Knokke-Heist. Er was nood aan een lokale recherche om die onderzoeken te voeren. Na enkele jaren kwam de eenmaking met de rijkswacht en groeide de dienst verder uit. Ik ben uiteindelijk bij de recherche gebleven tot 1 januari 2009. Bij de recherche word je ontzettend veel uit je bed gebeld. ’s Nachts om 2 of 3 uur klonk het toen: we hebben er opgepakt, kan je komen? Ik heb eens 36 uren aan een stuk gewerkt. Dat werd te zwaar voor mij.”
Belandde je daarom op de dienst intern toezicht?
“Die switch kwam er op aanraden van mijn neuroloog. Ik lijd aan multiple sclerose waardoor ik stress moet vermijden. Iets wat bij de recherche onmogelijk was. Voormalig korpschef Dirk Van Nuffel had plannen voor een dienst intern toezicht en bood me de functie aan. Ik had intussen een pak ervaring en een olifantenvel. Iets wat je op die dienst wel nodig hebt. (knipoogt) Sommigen beschouwen intern toezicht als de dictator die erop uit is om mensen te pakken op wat ze verkeerd doen. Je kan de dienst ook op een menselijke manier invullen. Ik pakte dat altijd zo aan. Wie mijn bureau verliet, gaf ik advies mee vanuit mijn eigen ervaringen. Ik had de indruk dat ik in die rol geapprecieerd werd door de collega’s. Je weet natuurlijk nooit wat ze achter je rug zeggen. (lacht”
Negen jaar heb ik op de dienst intern toezicht gewerkt. Ik deed dat graag. Maar ook deze job verliep niet zonder stress.

“Toen NAVAP (Non-Activiteit Voorafgaand Aan de Pensionering, red.) plots in beeld kwam, heb ik lang getwijfeld en gerekend. Uiteindelijk besloot ik toch om, na bijna 38 jaar dienst, vervroegd te stoppen. Zonder mijn ziekte was ik nog steeds op post. Dat weet ik zeker”.
Hoe kijk je globaal terug op je loopbaan?
“Mijn beroep was mijn hobby. Ik kan een boek schrijven over wat ik allemaal heb meegemaakt. (mijmert) Wil je nog een grappig verhaal horen? Midden in de nacht kwam een alarmmelding binnen. De bewoners van de villa waren afwezig. Er was ingebroken maar we troffen niemand aan. Het was er pikdonker. Met getrokken wapen en zaklamp doorzochten we de woning. Plots, op een paar meter van mij, weerklonk een vreselijke schreeuw. Het ging echt door merg en been. Ik had bijna geschoten. In de verte stond iets ovaals met een doek erover. Ik trok het doek voorzichtig weg en daar zat een grote kaketoe in een kooi. Mijn hart maakte een sprong, maar die van de kaketoe waarschijnlijk ook. (lacht)”
Hoe ziet je toekomst er uit?
“Na mijn carrière kon ik de politie nog niet helemaal loslaten. Als figurant deed ik enkele opdrachten voor de politieschool. Daar leerde ik de nieuwelingen iets bij, maar het dreef ook mijn spanningsniveau terug op. Daarom besloot ik er recent mee te stoppen en nog wat van het leven te profiteren. Een gezond leven met af een toe een verwennerij. (glundert) Ik wil vooral samen met mijn vrouw Martine van het leven genieten. Ik kan me geen betere vrouw wensen. We houden van reizen en sporten. Hopelijk kunnen we die draad opnieuw oppikken na de coronatijd.”
Heb je tot slot nog een tip voor de nieuwe lichting politiemensen?
“Durf te leren. Durf te doen. Je belandt misschien een paar keer op je gezicht, maar zie het als een leermoment. Het kan je in de toekomst alleen maar beter en sterker maken. Het kan trouwens niet eenvoudig zijn om nu bij de politie te starten. Ik heb veel respect voor de collega’s die waken over de coronamaatregelen. Er is soms weinig of geen begrip voor de politie die handhavend optreedt. Mensen voelen zich beperkt in hun bewegingsvrijheid en hun sociaal leven. Ik begrijp ook hun frustratie. Na al die weken begin ik mij ook te vervelen. Maar politiemensen vormen een belangrijke buffer voor het terugdringen van het virus. Laten we met zijn allen nog even doorbijten zodat we het normale leven snel kunnen hervatten!”

0 reacties

Wees de eerste die reageert op dit artikel!

Geef een reactie op dit artikel

Velden met een * zijn verplicht in te vullen. E-mailadressen worden nooit gepubliceerd op de website.