Home > Bouwkundig erfgoed in West-Vlaanderen omvat 28.073 bouwkundige objecten

Bouwkundig erfgoed in West-Vlaanderen omvat 28.073 bouwkundige objecten

Geschreven op 16 mei 2024 om 06:57 door Mario De Wilde

Het kersverse ministerieel besluit van de vaststelling van de inventaris bouwkundig erfgoed in West-Vlaanderen omvat 28.073 bouwkundige objecten. 2.855 objecten worden geschrapt uit de vastgestelde inventaris omdat ze geen erfgoedwaarde meer bezitten door sloop of verbouwingen of omdat het administratieve fouten betrof. 25.218 panden en constructies worden opgenomen in het nieuwe besluit. Voor die panden gelden vanaf 14 mei 2024 de rechtsgevolgen die ook al in de andere provincies van kracht waren.

Rechtsgevolgen van de vastgestelde inventaris: handvaten voor behoud van lokaal bouwkundig erfgoed

De rechtsgevolgen die gelden voor de panden en constructies in de vastgestelde inventaris bieden handvaten voor het behoud van en de zorg voor het lokale bouwkundig erfgoed. Zo kan een eigenaar van een pand een afwijking vragen van de normen voor energieprestatie en binnenklimaat als dat nodig is om de erfgoedwaarde van het pand in stand te houden. Gebouwen opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed, zijn vrijgesteld van bepaalde eisen uit de renovatieverplichting voor residentiële gebouwen die op 1 januari 2023 inging. Zonevreemde gebouwen kunnen gemakkelijker een nieuwe functie krijgen. Bij sociale woningen met erfgoedwaarde wordt renovatie gestimuleerd door afwijkingen op het prijsplafond. Opdat nieuwe eigenaars de rechtsgevolgen vernemen, moet elke akte of overeenkomst bij eigendomsoverdracht vermelden dat het goed is opgenomen in de vastgestelde inventaris. Bovendien moet de akte of overeenkomst ook de rechtsgevolgen vermelden.

Voor lokale overheden biedt de vaststelling een unieke kans om sloop van lokaal waardevol erfgoed te voorkomen. Voor al het vastgesteld bouwkundig erfgoed, hoe klein ook, is een omgevingsvergunning nodig voor sloop. Dat is een unieke uitzondering op de vrijstelling van vergunning die normaal gezien geldt voor de afbraak van vrijstaande bouwwerken of constructies. Bij de behandeling van zo’n sloopaanvraag voor vastgesteld bouwkundig erfgoed, speelt de erfgoedwaarde een belangrijke rol. De vergunningverlenende overheid heeft de plicht in haar beslissing duidelijk te motiveren hoe ze met de erfgoedwaarden heeft rekening gehouden. Voor administratieve overheden geldt ten slotte ook de zorg- en motiveringsplicht. Een gemeente, een OCMW, een overheidsdienst, de provincie of een andere administratieve overheid moet voor alle werken of activiteiten die de overheid zelf uitvoert of waarvoor het de opdracht geeft, onderzoeken of ze een directe impact hebben op het vastgestelde erfgoed. Daarenboven moet die overheid motiveren welke maatregelen er genomen zijn om aan de zorgplicht te voldoen.

Via het openbaar onderzoek naar een meer correcte inventaris

Het openbaar onderzoek in West-Vlaanderen vond plaats van 1 april tot en met 30 mei 2023 en leverde 297 bezwaarschriften op, met opmerkingen over 560 goederen. Bij elk van de provinciale vaststellingsprocedures werd zo’n openbaar onderzoek georganiseerd, zodat iedereen opmerkingen en bezwaren kon indienen op de gegevens waarmee het bouwkundig erfgoed werd vastgesteld. In Limburg en Oost-Vlaanderen kwamen telkens een 100-tal reacties binnen. In Antwerpen bijna 200, voor Vlaams-Brabant 250. Elk van die bezwaren en opmerkingen werd grondig bekeken, behandeld en verwerkt in de vastgestelde inventaris.

Iedereen kan alle ingediende opmerkingen, bezwaren en adviezen samen met de behandeling ervan nalezen in een bijlage bij de verschillende besluiten, die ontsloten zijn op de besluitendatabank van het agentschap Onroerend Erfgoed. Elk besluit omvat het document ‘behandeling adviezen bezwaren’ als download onderaan de pagina. Bij het vaststellingsbesluit van West-Vlaanderen is dat een document van 500 pagina’s.

Van groot belang was de actieve en intensieve medewerking die de steden, gemeenten en intergemeentelijke diensten hebben geboden bij de voorbereiding van de openbare onderzoeken voor elke provincie. Voor elk van de 300 steden en gemeenten in Vlaanderen keek een Vlaamse en een lokale ambtenaar de administratieve gegevens van de inventaris bouwkundig erfgoed na. Op die manier werden vele duizenden adressen, afbakeningen en erfgoedkenmerken en erfgoedwaarden opnieuw geëvalueerd en waar nodig gecorrigeerd.

0 reacties

Wees de eerste die reageert op dit artikel!

Geef een reactie op dit artikel

Velden met een * zijn verplicht in te vullen. E-mailadressen worden nooit gepubliceerd op de website.