Home > West-Vlamingen nemen bijna nooit de bus naar het werk

West-Vlamingen nemen bijna nooit de bus naar het werk

Geschreven op 2 november 2021 om 10:41 door Mario De Wilde

Een eerste Mobiliteitskompas van Jobat heeft zopas grote verschillen blootgelegd. Niemand gaat meer met de trein werken dan ambtenaren. Het onderzoek liep van oktober 2020 tot september 2021 en omvat dus een groot deel van de coronacrisis. Weinig verrassend is dat de Vlaming vasthoudt aan de wagen voor zijn woon-werkverkeer. Ruim 67% van de 28.000 ondervraagde werknemers geeft aan met de auto te gaan werken. Vooral arbeiders (76%) trekken dat gemiddelde omhoog. Het verschil met ambtenaren (53%) is opvallend groot. Ook bedienden (70%) nemen in verhouding vaker de auto.

Kijken we naar de provincies afzonderlijk, dan is Limburg de absolute ‘wagenkampioen’ met ruim 80% van de werknemers die voor de auto kiest, op de voet gevolgd door West-Vlaanderen, waar de wagen voor 75% het vervoermiddel bij uitstek is. Daarmee steken de Limburgers en West-Vlamingen een stuk boven de andere provincies uit. In Brussel geeft zelfs amper 28,44% aan met de wagen naar het werk te gaan. Zo’n kwart van de mensen neemt er de tram, bus of metro naar het werk. Ter vergelijking: in die categorie staat Antwerpen op de tweede plaats, met nog geen 3% van de werknemers die voor het openbaar vervoer opteert. West-Vlaanderen sluit de rij met amper 1%. Het uitgebreide metronetwerk in de hoofdstad heeft daar natuurlijk veel mee te maken.

Wie de trein neemt, legt gemiddeld 46 kilometer af (enkele rit). De wagen staat op de tweede plaats met 34 kilometer, gevolgd door de fiets met 10 kilometer. Wie te voet gaat, legt gemiddeld 3 kilometer af. Als we de afstand naar het werk per provincie onder de loep nemen, merken we dat Limburgers het verst van hun werk wonen (36,4 kilometer). In Brussel is dat amper 14 kilometer. Werknemers uit Antwerpen en Vlaams-Brabant overbruggen gemiddeld zo’n 25 kilometer naar hun werkplek. West-Vlamingen en Oost-Vlamingen hangen hier tussenin met respectievelijk zo’n 32 en 31 kilometer. Gevolg is dat Limburgers met 57 minuten (enkele rit) koploper zijn in tijd besteden aan het woon-werkverkeer. Het verschil met Brussel, waar de gemiddelde afstand minder dan de helft bedraagt, is wel klein. In de hoofdstad doen ze er gemiddeld 45 minuten over.

Het Mobiliteitskompas legt nog een opmerkelijk verschil bloot. Hoe hoger de opleiding en functie, hoe meer kilometers we afleggen. Ondersteunend personeel woont op gemiddeld 23 kilometer van het werk, bij het hoger management loopt dat al op tot 35 kilometer. Bij die laatste groep neemt ruim drie kwart de wagen. Managers staan logischerwijs ook het langst in de file. Trekken we dat door per provincie, dan zien we dat Vlaams-Brabanders het vaakst aangeven bijna altijd in de file te staan (13%). West-Vlamingen staan samen met Brusselaars het minst in de file. Amper 4% zegt bijna altijd in de file te staan.

Wie in Vlaanderen scoort nu het beste? De mobiliteitsscore houdt rekening met je traject, de beleving, de zelfcontrole en de bedrijfscultuur. Bedienden (6,7) scoren hoger dan arbeiders (6,3) en ambtenaren (6,6). Het hoger management (7,2) scoort dan weer opvallend hoger dan het uitvoerende personeel (6,3). Op grotere schaal vind je in Brussel de hoogste mobiliteitsscore: 7,2. Maar de verschillen zijn minimaal. Vlaams Brabant staat met 6,8 op twee, gevolgd door Antwerpen (6,7), West- en Oost-Vlaanderen (6,6). Limburg sluit de rij met 6,5

0 reacties

Wees de eerste die reageert op dit artikel!

Geef een reactie op dit artikel

Velden met een * zijn verplicht in te vullen. E-mailadressen worden nooit gepubliceerd op de website.