‘War Lace’ of oorlogskant uit de eerste wereldoorlog in Brugs Kantcentrum
Sedert de opening in 2014 van het nieuwe Kantcentrum in de vroegere kantschool van de zusters Apostolinnen in de Balstraat, is er ook in het aansluitend museum een nieuw elan ontstaan. Het museum ontvangt nu jaarlijks ongeveer 10.000 bezoekers. In het museum worden de geschiedenis en de technieken van kant aanschouwelijk voorgesteld. Elke namiddag wordt er in de kantateliers nog live geklost. Dankzij de bekendheid en de goede faam van de instelling, ontvangt het museum van heel wat kantliefhebbers ondertussen waardevolle schenkingen van kantstukken en kantdocumenten.
EEN MERKWAARDIGE SCHENKING
De kern van de tentoonstelling is afkomstig van een recente schenking uit Uruguay.
Korte tijd terug vroeg een Belgische dame, wonend in Uruguay, of het Brugse Kantcentrum geïnteresseerd was in enkele kanten kragen en manchetten van de overgrootmoeder van haar overleden man. Toen het pakketje afgeleverd werd, trokken vooral enkele bijgevoegde stukken echte kant alle aandacht. Het waren twee grote kanten van een uitzonderlijke kwaliteit, die al snel als ‘War Lace’ konden geïdentificeerd worden.
WAT IS ‘WAR LACE’?
Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog hadden onder andere de kantwerksters het erg moeilijk. In Brugge en omgeving werden zowat vijfduizend kantwerksters op slag werkloos: de Duitse bezetter had de voorraden vlasgaren in beslag genomen zodat de handelaars de nog bewaarde voorraden aan woekerprijzen verkochten. Dankzij de tussenkomst en de bemiddeling van koningin Elisabeth kwam er hulp vanuit Amerika via Londen waar in oktober 1914 het comité “Commission for Relief in Belgium” (afgekort ‘CRB’) opgericht werd onder leiding van Herbert Hoover, de latere president van de VS. Vanuit Amerika en Engeland werden via (het neutrale) Nederland grote hoeveelheden goederen naar België verscheept; daaronder bevond zich ook draad om kant te maken. Er werd een nationaal Kantcomité opgericht, dat de gerealiseerde kantstukken, later ‘War Lace’ genoemd, verkocht in binnen- en buitenland. Met de opbrengst kon dan voedselhulp georganiseerd worden en kregen de kantwerksters een (klein) loon. ‘War Lace’ herkent men aan specifieke motieven die anders niet voorkomen in kant: van wapenschilden over spreuken tot landensymbolen voorgesteld door dieren, zoals de beer voor Rusland, de haan voor Frankrijk, de eenhoorn voor Engeland, de leeuw voor België of nog de adelaar voor Amerika. Ook de figuren zoals Koning Albert en Koningin Elisabeth worden vaak in naaldkanten medaillons als sierelementen gebruikt. Tenslotte treft men ook nog de jaartallen 1914 tot 1918 aan en zelfs af en toe teksten of woorden, zoals bv “peace”. De twee kantstukken die toekwamen in het Kantcentrum blijken overduidelijk oorlogskant te zijn. Het ene stuk, vierkantig, gemaakt in Mechelse kant, meet 57 x 57 cm en toont de wapenschilden van de negen Belgische provincies. Het andere stuk is rechthoekig, meet 68 x 42 cm, en bevat het wapenschild van België, de spreuk ‘L’Union fait la Force’ en het jaartal 1914.
EEN VERSIERDE MEELZAK UIT WOI
De schenking bevat tevens een ander heel merkwaardig en uitzonderlijk stuk, met name een geborduurde bloem- of meelzak. Ook hier is de link naar WO I opnieuw overduidelijk. Tussen 1914 en 1919 verscheepte de ‘CRB’ vanuit Canada en Amerika duizenden ton bloem naar België om de hongerige bevolking van brood te kunnen voorzien. Deze bloem was verpakt in katoenen zakken. De CRB controleerde heel zorgvuldig de nabestemming van deze zakken, vooral omdat de Duitsers erg geïnteresseerd waren in deze katoenen verpakkingen om ze voor oorlogsdoeleinden te gebruiken.
Om dit te vermijden werden de lege zakken zorgvuldig verdeeld over naai- en kantateliers, kloosterscholen en ambachtslui om er kledij, kussens, tassen en andere gebruiksvoorwerpen van te maken. Heel wat vrouwen borduurden over het logo en de merknaam van het meel, boodschappen van dankbaarheid tegenover Amerika (en Canada), onder de vorm van de Belgische en de Amerikaanse vlag en kleuren, de Belgische leeuw en de Amerikaanse adelaar. Deze uitzonderlijk versierde meelzakken werden verspreid over winkels en organisaties in België, het Verenigd Koninkrijk en de VS om geld op te halen voor voedselhulp of hulp aan krijgsgevangenen. Sommige van deze versierde zakken kwamen terecht bij leden van de ‘CRB’ in België als dankbaarheid voor hun inspanningen bij het helpen van de Belgische bevolking. Het Hoover Presidential Library-Museum in Iowa (VS) bezit de grootste verzameling van dergelijke versierde bloemzakken uit WO I.
DE TENTOONSTELLING IN HET KANTMUSEUM PRAKTISCH
Omwille van het uitzonderlijk karakter van deze schenking besliste het Kantcentrum om hierrond een thematentoonstelling op te zetten in het kantmuseum. De geschonken stukken oorlogskant worden gepresenteerd samen met nog enkele andere oorlogskanten uit de eigen collectie van het Kantcentrum en met documenten over de ‘War Lace’. Bij de tentoonstelling hoort een kleine drietalige catalogus die de bezoeker gratis kan meenemen.
De tentoonstelling ‘War Lace, oorlogskant uit WOI’ loopt tot eind september 2020 in het museum van het Kantcentrum, Balstraat 16, 8000 Brugge.
Verenigingen/groepen kunnen een door de museumcurator gegidst groepsbezoek (tot maximum 15 persoenen) brengen aan de tentoonstelling, het museum en de kantdemonstraties; de kost van de rondleiding, die ongeveer 1 uur duurt, bedraagt 35 euro.
Het Kantcentrum is open van maandag tot en met zaterdag van 10 tot 17uur maar gesloten op zon- en feestdagen. De inkom bedraagt 6 euro. Voor Bruggelingen en jongeren <12 jaar is de inkom gratis. De inkom geeft ook toegang tot het bezoek aan de kantdemonstraties die ’s namiddags plaats grijpen. In de kantshop van het Kantcentrum kan men echte handgemaakte kantstukken kopen, voorzien van het officiële label “Handmade in Brugge”.