Voorstel nieuw sluitingsuur voor horecaterrassen in het centrum van Brugge blijft voor beroering zorgen

Er is al een paar dagen flink wat beroering in Brugge om na één uur ’s nachts geen alcohol meer te schenken aan bezoekers. Wim Demuyt, gewezen gemeenteraadslid en OCMW-raadslid van Brugge wilde vandaag reageren op de verzuchting van Nele Caus (o.a. in Het Laatste Nieuws), die pleit om na één uur ‘s nachts nog alcohol te schenken op terrassen in de Brugse binnenstad. ‘Kwestie van nog meer slaagkracht te geven aan de reguliere horecazaken in de concurrentie met populaire zomerbars’. Wim Demuyt: “Mevrouw Caus, horeca-uitbaatster, verdedigt uiteraard haar sector. Geen probleem, maar ze vergeet het algemeen belang, in casu o.a. de betrokken buurtbewoners. Die hebben weinig of geen zin in nachtelijk lawaaioverlast. Schepen Mathijs Goderis reageert terecht als hij zegt dat er in dit geval geen bindend reglement is. In de beleidsnota van het stadsbestuur is daarover niks te vinden. Wat wél in dat plan staat en wat de schepen ook vermeldt, is dat er -naast overlastvoorkoming en eerstelijnsadvies over reglementering- een uitgebreide communicatie met de horeca-uitbaters wordt voorzien. Dat is volgens mij zeker essentieel. Overleg met de horecasector, die het de laatste jaren toch niet gemakkelijk heeft -om het zacht uit te drukken- kan ik alleen maar aanmoedigen. En ik hoop dat dit tijdens deze legislatuur constant zal gebeuren. Ik ga akkoord met raadslid Caus dat Brugge-binnenstad nà 20 uur wél nog leeft. Zeker in de zomer. Merkwaardig dat haar partijgenoot, Pol Van Den Driessche (N-VA) daar zo te horen en te lezen enigszins anders over denkt.”

Uitsmijter:
“Mevrouw Caus zal dit probleem blijkbaar aankaarten op de gemeenteraad van eind augustus. Goed idee op zich (via Bulletin van vragen en antwoorden had ook gekund), maar gooi die vraag dan niet op voorhand in de media. De vraag van raadslid Caus én het antwoord van schepen Goderis zijn nu al de wijde Brugse wereld ingestuurd. Misschien kan deze interpellatie dus geschrapt worden. Zo komt er weer wat kostbare tijd vrij voor een interessant debat zoals wijlen ere-schepen Fernand Traen meer dan een kwarteeuw geleden dikwijls én terecht voor pleitte…”