Home > Voormalige Belgische militaire begraafplaats in Reninge wordt stilte- en ontmoetingsplek

Voormalige Belgische militaire begraafplaats in Reninge wordt stilte- en ontmoetingsplek

Geschreven op 22 juli 2024 om 19:23 door Mario De Wilde

De voormalige Belgische militaire begraafplaats langs de Hoflandstraat in Reninge kreeg een make-over. De site is omgevormd tot een stilte- en ontmoetingsplek een volledige een oase van rust met picknicktafels en -banken en een bloemenweide Het is nu een oase van rust waar de bezoekers even kunnen stilstaan bij het verleden. In het kader van het project ‘Landscapes Feel Flanders Fields’ werden op deze stilteplaats ook alliums geplant. Deze paarse bloemen zullen de komende jaren voor kleur zorgen op de site. Aan het einde van de vroegere begraafplaats staat het kunstwerk ‘Paradise Lost van kunstenaar Klaas Bullynck. Dit metershoge beeld van een gekruisigde Christus in cortenstaal bevindt zich langs de Mary Borden fietsroute
Historische achtergrond
De begraafplaats in Reninge werd al tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruikt, maar werd definitief aangelegd in 1920. Naast Belgische en zeven Franse gesneuvelde soldaten uit WO l, werden hier ook 21 Britse soldaten begraven die sneuvelden tijdens WO Il. Op 4 maart 1968 begon de ontruiming van de begraafplaats als gevolg van een conflict tussen de burgerlijke en militaire overheid. 117 graven werden overgebracht naar de begraafplaats van Hoogstade, de overige gesneuvelden naar die van Westvleteren. De Britse en Canadese soldaten kregen hun laatste rustplaats op de Britse militaire begraafplaats van Adegem. De realisatie van de stilte- en ontmoetingsplek werd mede mogelijk gemaakt met de steun van Westtoer, de provincie West-Vlaanderen en de Vlaamse overheid. De totale kostprijs van het project bedraagt 80.000 euro, waarvan 65 procent werd gesubsidieerd door Westtoer – Landscapes.

0 reacties

Wees de eerste die reageert op dit artikel!

Geef een reactie op dit artikel

Velden met een * zijn verplicht in te vullen. E-mailadressen worden nooit gepubliceerd op de website.