Vastgoedprijzen in West-Vlaanderen blijven stijgen: hoe toch je droomwoning kopen?
De woningprijzen in West-Vlaanderen blijven stijgen. Daarmee zet de opwaartse trend zich ook in 2021 verder. Tijdens de eerste helft van het jaar stegen de huizenprijzen met 2,6% ten opzichte van vorig jaar en die van appartementen met 3,1%. Wordt het binnenkort nog mogelijk om je droomhuis te kopen?
Na zes maanden in het nieuwe jaar maakt de Notarisbarometer de balans opnieuw op. Ook dit jaar zijn de huizenprijzen in West-Vlaanderen, net zoals in heel België gestegen. In West-Vlaanderen is de stijging van 2,6% wel het kleinst vergeleken met de andere Vlaams provincies. De gemiddelde prijs van een woonhuis bedraagt hier nu 283.762 euro. Ook voor appartementen is de prijsstijging het kleinst in onze provincie met 3,1% en een gemiddelde prijs van 283.977 euro. Die prijsstijging is voor een groot deel te verklaren door de grote hoeveelheid kopers die actief zijn op de vastgoedmarkt. West-Vlaanderen was met 24,4% zelfs de grootste stijger in Vlaanderen op het vlak van vastgoedactiviteit.
Onderhandel over de vraagprijs
De concurrentie van andere kandidaat-kopers en de stijgende vastgoedprijzen maken het echter voor sommige groepen kopers steeds moeilijker om hun eigen woning te kopen. Gelukkig zijn er heel wat zaken die je kan doen waardoor je op de goedkoopst mogelijke manier jouw vastgoeddroom kan realiseren. Wat betreft de aankoop van de woning zelf, is het eerste wat je kan doen natuurlijk onderhandelen over de vraagprijs. Het is een goed idee om te onderzoeken welke prijs wordt gevraagd voor andere panden in de buurt. Het inschakelen van een vastgoedmakelaar kan hier handig zijn, omdat zij hiervoor de juiste kennis en technieken hebben.
Vergelijk hypothecaire leningen
Onderhandelen over de vraagprijs is niet het enige wat je kan doen. Voor het kopen van je woning heb je waarschijnlijk een hypothecaire lening nodig en daarop kan je vaak heel wat geld besparen. Voor je een woonlening afsluit, is het eerst en vooral belangrijk om de rentevoeten bij verschillende kredietgevers te vergelijken. Elke bank hanteert namelijk andere rentepercentages waardoor je bij sommige banken al snel enkele duizenden euro’s meer zou moeten betalen voor je hypothecaire lening. Online bestaan er heel wat vergelijkingssites om de verschillende banken te vergelijken. Klik hier om zo’n vergelijking te maken.
Terwijl je bezig bent de verschillende rentevoeten te vergelijken, kijk je best ook eens naar het jaarlijks kostenpercentage of JKP. Dat percentage omvat alle kosten die verbonden zijn aan je woonlening, zoals de verzekeringskosten, dossierkosten en dergelijke. Hoewel de rente dus laag kan zijn, valt het soms voor dat het totale kostenplaatje duurder uitvalt door alle bijkomende producten die je afsluit bij je lening. Dan kijk je best even verder naar een andere bank waarbij het JKP lager is of naar een kredietverstrekker waarbij je niet verplicht bent om allerlei aanvullende producten af te sluiten.
Een laatste element waar je naar moet kijken bij het afsluiten van een lening is het verschil tussen een vaste en variabele rentevoet. In tijden van lage rente, zoals momenteel het geval is, sluit je misschien beter een lening met vaste rentevoet af omdat deze gedurende de hele looptijd dan hetzelfde blijft. Wanneer de rente echter hoge toppen scheert, kan een variabele rentevoet soms interessanter zijn omdat je dan gedurende je looptijd ook kan profiteren van rentedalingen. De keuze hangt vooral af van je persoonlijke situatie en het renteniveau.
Spaar op voorhand
Als je geld leent, betaal je daar altijd rente op. Hoe meer of hoe langer je moet lenen, hoe meer rente je ook betaalt. Als je een woning wilt kopen, is het dus een goed idee om op voorhand voldoende te sparen. Eerst en vooral zal je daardoor minder moeten lenen, waardoor je op het einde van de rit ook minder geld kwijt bent aan rente. Daarnaast zal de bank je vaak ook een betere rentevoet voorstellen als je minder moet lenen, omdat het risico op wanbetaling voor hen dan kleiner is. De meeste banken lenen tegenwoordig ook niet meer dan 90% van de aankoopwaarde, wat betekent dat je minstens 10% plus notariskosten zelf moet kunnen betalen. Voor tweede woningen is dat zelfs 80%. Hoe meer je dus zelf kan inbrengen, hoe beter je rentevoet en voorwaarden, en hoe goedkoper jij je woning kan kopen.
‘Bron: TopCompare.be’