Home > UNIZO West-Vlaanderen vraagt gerichtere aanpak om nijpende arbeidskrapte op te lossen

UNIZO West-Vlaanderen vraagt gerichtere aanpak om nijpende arbeidskrapte op te lossen

Geschreven op 24 september 2021 om 15:15 door Mario De Wilde

“Om de nijpende arbeidskrapte op de West-Vlaamse arbeidsmarkt aan te pakken, moeten we veel meer inzetten op het versterken van de arbeidsmobiliteit vanuit gewesten en provincies met een hogere werkloosheidsgraad. Dat veronderstelt een andere aanpak en mindset bij de betrokken werkzoekenden en bij de arbeidsbemiddelingsdiensten, maar net zo goed bij onze West-Vlaamse werkgevers.” Dat zegt Robert Schaut, directeur a.i. van UNIZO West-Vlaanderen. “Die arbeidsmobiliteit ligt momenteel nog ontstellend laag. Hier zijn dus nog grote efficiëntiewinsten te boeken.”

Wie vandaag in Wallonië op verkenning gaat, zal er heel wat Walen met een West-Vlaamse familienaam tegenkomen. Allemaal nakomelingen van de vele West-Vlamingen die zowat een eeuw geleden over de taalgrens trokken, op zoek naar werk, en daar meteen ook bleven wonen. Intussen liggen de kaarten in onze provincie helemaal anders en is hier zoveel werk, dat een groot aantal vacatures niet meer ingevuld geraakt. Daardoor worden onze bedrijven afgeremd in hun relance en groei. Toch zien we vandaag nauwelijks een omgekeerde beweging van Walen die in West-Vlaanderen komen werken, zelfs niet als pendelaar. Kijken we naar onze dichtsbijzijnde Waalse buren, dan zien we dat de Henegouwers hier amper 1,2% van de arbeidsplaatsen innemen. Bijna niets dus. Het aandeel werknemers uit de andere Waalse provincies stelt al helemaal niets voor.

Maar ook binnen het eigen Vlaamse gewest blijkt de arbeidsmobiliteit tegen te vallen. Zo nemen, bijvoorbeeld, werknemers uit de provincie Antwerpen amper 1,5% van de jobs in West-Vlaanderen voor hun rekening. Terwijl de werkloosheidsgraad in, bijvoorbeeld, de stad Antwerpen toch relatief hoog ligt. Pendelaars uit Vlaams-Brabant vormen met een aandeel van 1,2% slechts een even kleine groep als de Henegouwers in West-Vlaanderen. Brusselaars staan voor 2,7%. Terwijl er Fransen 3% van de West-Vlaamse jobs invullen.

Een overzicht van de pendelstromen tussen de verschillende Belgische provincies, in percentages:


“Is het niet raar dat 20% van de Vlaamse KMO’s al buitenlanders heeft aangeworven, maar slechts 7% werknemers uit een ander Belgisch gewest? Eigenlijk werkt de Europese arbeidsmarkt beter dan de Belgische”, luidt de verbijsterende conclusie van Robert Schaut, directeur a.i. van UNIZO West-Vlaanderen. “En dat ook Antwerpenaren, Limburgers of Vlaams-Brabanders nauwelijks de weg vinden naar de ontploffende arbeidsmarkt in West-Vlaanderen?”

De Belgische werknemers werken blijkbaar het liefst zoveel mogelijk in hun vertrouwde streek, hoewel ze vandaag gewoon de trein, de bus, de auto of fiets moeten nemen om de gewest- of provinciegrens over te steken. Maar ze doen het niet.  “Maar,” erkent Robert Schaut, directeur a.i. van UNIZO West-Vlaanderen, “Ook onze eigen werkgevers gaan hier niet vrijuit. In een recente UNIZO-enquête geeft maar liefst 81% van onze West-Vlaamse werkgevers aan niet snel geneigd te zijn een kandidaat in dienst te nemen die geen Nederlands spreekt maar voor de rest aan alle functievereisten voldoet. En driekwart (76%) acht de kans klein iemand aan te werven die verder dan 60 km van het bedrijf woont. Al zien we op het terrein wel dat de bereidheid tot flexibiliteit op dit vlak toeneemt in die bedrijven waar de arbeidskrapte het meest nijpend is. Maar hier is dus nog werk aan de winkel.”

Om alvast het probleem aan te pakken van de te beperkte arbeidsmobiliteit tussen de gewesten (en dus, bijvoorbeeld, meer Henegouwse arbeidskrachten naar West-Vlaanderen te halen) , stelt UNIZO West-Vlaanderen zes onmiddellijk toe te passen maatregelen voor:
1. De VDAB, Actiris en Forem moeten ‘hun’ werkzoekenden toeleiden en opleiden naar elkaars knelpuntberoepen;
2. De vacatures moeten ook gelijktijdig in alle gewesten worden opengesteld en gepubliceerd;
3. Instrumenten als de Individuele Beroepsopleiding of de Formation Professionelle Individuelle moeten over de gewestgrenzen heen uitgerold kunnen worden;
4. De regel dat je als werkzoekende een “passende dienstbetrekking” moet aanvaarden tot 60 km van je woonplaats moet ook over de gewestgrenzen gelden;
5. Uiteraard zijn vlotte verbindingen met het openbaar vervoer over de gewestgrenzen heen en met slechts één ticket voor het ganse traject essentieel.
6. En last but not least moeten ook werkgevers over de gewestgrenzen kijken. “De taal hoeft in heel veel gevallen geen drempel te vormen. Die kunnen nieuwe medewerkers leren op de werkvloer.”

0 reacties

Wees de eerste die reageert op dit artikel!

Geef een reactie op dit artikel

Velden met een * zijn verplicht in te vullen. E-mailadressen worden nooit gepubliceerd op de website.