Tijdelijke werkloosheid in West-Vlaanderen met meer dan helft gedaald

In juni telde onze provincie 74.265 tijdelijk werklozen. Dat is meer dan de helft minder dan op het hoogtepunt in april. Minister van werk Nathalie Muylle: “Waar in april nog 164.210 West-Vlamingen tijdelijk werkloos waren, daalde het cijfer in juni tot 74.265. Een vermindering dus van meer dan de helft. De tijdelijke werkloosheid neemt in alle sectoren af, maar de daling is niet overal even sterk. Voor zwaar getroffen sectoren zoals horeca, de evenementensector en de reissector, voorzien we daarom de mogelijkheid om tijdelijke werkloosheid omwille van corona toe te passen tot eind dit jaar. Ook bedrijven die hun werknemers in het tweede semester voor minstens 20 procent van de tijd op tijdelijke werkloosheid zetten, kunnen tot eind dit jaar van het systeem gebruik blijven maken.”
Het aantal tijdelijk werklozen lag in juni op 74.265, dat is meer dan de helft minder dan in april. Toen waren er nog 164.210 tijdelijk werklozen. 10.048 werkgevers deden in juni een beroep op het systeem, tegenover 17.288 in mei (-41,9%).

Verlenging voor zwaar getroffen sectoren en bedrijven
Het systeem van tijdelijke werkloosheid omwille van overmacht door corona bestaat nog tot eind augustus. Voor bepaalde gevallen verlengt minister Muylle het systeem tot eind dit jaar:
1. Sectoren die gevat zijn door een beslissing van de Nationale Veiligheidsraad waardoor hun activiteiten beperkt worden, o.m. de horeca, de evenementensector en de reissector
2. Bedrijven die 20% tijdelijke werkloosheid kunnen aantonen (alle vormen) op het totaal aantal aangegeven dagen in de periode april – juni.

Voor andere bedrijven bestaat tot het einde van het jaar een soepele vorm van tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen. Dat kan enkel nog worden ingeroepen door bedrijven die kunnen aantonen dat ze nog economische redenen hebben om arbeiders op tijdelijke werkloosheid te zetten en dat ze een omzetdaling hebben van minimaal 10 procent in vergelijking met dezelfde trimesters van het voorgaande jaar als ze bedienden in tijdelijke werkloosheid om economische redenen willen zetten.
Daling verschilt afhankelijk van sector
We zien heel duidelijk de gevolgen van de exitstrategie. In mei konden West-Vlaamse bedrijven en handelszaken terug openen. Die heropstart zien we terugkeren in de sterke daling van de tijdelijke werkloosheid tussen april en juni in die sectoren. Zo gaat het bijvoorbeeld om een daling van 74,7 procent in de bouwnijverheid en een afname van 68,4 procent in de groot- en detailhandel.
In de gegeven periode blijft de terugval van de tijdelijke werkloosheid aanzienlijk lager voor sectoren als de horeca (-18,7%) en de recreatiesector (-22,1%), die heropenden vanaf juni. De daling van de cijfers in deze sectoren is dus vooral te situeren in de periode mei-juni.

In heel wat grote West-Vlaamse sectoren daalt het cijfer een stuk sterker dan het nationale cijfer. De daling van de tijdelijke werkloosheid binnen de West-Vlaamse industrie bijvoorbeeld (-50,19%) is groter dan het nationale cijfer voor die sector (-42,31%). Ook in de vervoers- en opslagsector zien we een gelijkaardig verschil (WVL: -49,28%, nationaal: –41,24%). Eveneens zien we binnen de administratieve en ondersteunende diensten een opvallend verschil tussen het provinciaal cijfer (-60,35%) en het nationaal cijfer (-47,87%). En ook in de landbouwsector (WVL: -68,31% ; Be: -61,39%) en de bouwnijverheid (WVL: -74,70%; Be: -66,65%) zien we een gelijkaardige trend.