Sportjournalistiek heeft opnieuw z’n prooi: Trainer Carl Hoefkens de deur uit bij Club Brugge
Club Brugge heeft zijn trainer Carl Hoefkens deze voormiddag ontslagen. De kroniek van een aangekondigde dood want als aasgieren cirkelden de (sic!!!) journalisten van de sportmedia gisteren en vandaag boven en rond het trainingsveld van blauwzwart in Westkapelle. Nee, het was geen fraai beeld wat onze collega’s van de schrijvende en beeldende pers toonden. Het hoofd van Carl Hoefkens moest en zou op de kapblok vallen. Al meer dan een week werd er een georkestreerde heisamachine op gang gezet om de scalp van Hoefkens te eisen. Hele bossen gingen alweer verloren met ‘de ontelbare flaters van de trainer’, ‘mogelijke geruchten van misnoegde spelers uit de kleedkamer’ paginabreed uit te smeren en katernen te vullen met dertig mogelijke opvolgers. Woordenbraaksels in het kwadraat, nog eens aangedikt door een leger pseudo-kenners en zelfverklaarde experts die, gezien hun hoedanigheid van ex-trainer, er hun voordeel mee doen. Leuk klimaatje waarin je als lezer tegenwoordig het nieuws moet/mag lezen. Er kon nog net geen dansje bij de collega’s af toen het nieuws uiteindelijk deze middag bekendgemaakt werd dat Club toch bezweken was onder de persdruk.
Los van het feit of Hoefkens zijn werk goed of slecht deed (ik las twee maanden geleden nochtans algehele jubel), is het niet aan de media om iemand om dwingende redenen te laten ontslaan. Deze gezamenlijke jacht op een privépersoon ruikt bijzonder onfris en heeft niets meer met objectieve journalistiek te maken. Het actuele woord ‘nieuwsjager’ begint tijdens deze momenten alsmaar wranger te smaken. “Maar ach, mijnheer. We doen toch gewoon onze job.” Die job doen is objectief nieuws melden, is me steeds geleerd. Het voelt in ieder heel ranzig aan dat opnieuw iemand bezwijkt aan een potje achterwaarts tackelen van F.C. Journalistiek. Rood is hier voor de zoveelste keer meer dan op z’n plaats. Het ga je intussen goed, Carl.
PS: terwijl je deze regels leest, zijn collega’s vast en zeker al op weg ten huize Hoefkens om hem om een eerste reactie te vragen.