Renovatiepremie voor Brugse erfgoedparels Godshuis, 17de eeuwse stadswoning en huis
Het Ministerie van Onroerend Erfgoed investeert € 510.000 in 3 Brugse erfgoedparels. Het gaat om het voormalige Godshuis voor arme vrouwen in de Peperstraat, een burgerhuis in de Katelijnestraat en een stadswoning in de Steenstraat. “Wij zijn fier op dat van hier. En op weinig plekken wordt het verhaal van Vlaanderen zo mooi verteld als in Brugge”, zegt Weyts. “De hele wereld kent deze prachtige Vlaamse stad. Die troef moeten we koesteren en bewaren. Daarom investeren we vandaag in 3 unieke monumenten die Brugge kleur geven.”
Brugge heeft een lange en rijke geschiedenis: de stad begon als een bescheiden Gallo-Romeinse nederzetting; maar groeide in de vroege middeleeuwen uit tot een van de belangrijkste handelssteden in Europa. Koopmansfamilies, kunstenaars en monumentale bouwprojecten gaven de stad een ongeëvenaard cultureel leven. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de historische binnenstad werd uitgeroepen tot UNESCO-Werelderfgoed. Maar de tand des tijds laat zich ook in Brugge voelen en sommige erfgoedparels hebben af te rekenen met verval.
Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Ben Weyts investeert nu € 510.000 in 3 erfgoedpanden in het historische hart van Brugge.
Zo maakt Weyts € 342.000 vrij voor het Godshuis voor arme vrouwen in de Peperstraat. Het huis is deel van het beluik van de Jeruzalemkerk, heeft 6 kleine wooneenheden en huisvest het Adornesmuseum over de rol van de familie Adornes in het 15de eeuwse Brugge en in het bijzonder over diplomaat, handelaar en bedevaarder Anselm Adornes. Concreet worden het museum en het Godshuis zelf nu verbouwd: in een eerste fase neemt men het metselwerk en de natuursteen onder handen, gebeuren er timmerwerken aan de kapconstructie en de balkroosteringen, en voert men dak- en zinkwerken uit. In de tweede fase volgt het schrijnwerk, samen met de interieurwerken en de gevel- en schilderwerken. De totale kostprijs bedraagt € 535.800, waarvan Vlaanderen 64% op zich neemt. Eigenaar vzw Adornes staat in voor de overige kosten.
De minister maakt ook € 83.600 vrij voor een burgerhuis in de Katelijnestraat. De woning heeft dringend nood aan grondige werken: zo is er sprake van betonrot in de gevel en bij de dorpels, en is het schrijnwerk in slechte staat. Concreet wordt nu de hele buitenschil aangepakt: de gevels worden gerestaureerd; het metselwerk, de natuursteen en de similipleister worden hersteld, en er worden schilderwerken uitgevoerd. De totale kostprijs van de werken bedraagt € 209.000, waarvan Vlaanderen 40% op zich neemt. De overige kosten worden gedragen door eigenaar Brouwerij Haacht.
Er wordt tenslotte ook € 84.000 geïnvesteerd in een 17de eeuwse stadswoning in de Steenstraat met een kenmerkende trapgevel uit 1570. De bovenste verdiepingen zijn na 4 eeuwen sterk vervallen. De restauratie richt zich op de trapgevel en de zolder van de woning. De kostprijs bedraagt € 287.000, waarvan Vlaanderen via het Agentschap Onroerend Erfgoed bijna 30% voor zijn rekening neemt. De overige kosten worden gedragen door de eigenaar.
“Brugge is ons bekendste uithangbord in het buitenland: overal ter wereld kennen ze de stad”, zegt Weyts. “Ook Vlamingen worden vanzelf fier op dat van hier als ze door de binnenstad dwalen. We investeren dan ook graag in Brugs erfgoed, zodat nog vele generaties Vlamingen én bezoekers het Verhaal van Vlaanderen in Brugge kunnen beleven. ”