Reeds 327 West-Vlaamse heropstartleningen goedgekeurd
De Vlaamse Regering heeft 327 West-Vlaamse aanvragen voor een heropstartlening goedgekeurd. Dat blijkt uit het antwoord op een parlementaire vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger en Brugs N-VA-voorzitter Maaike De Vreese aan Vlaams minister van Economie en Werk Hilde Crevits. De Vlaamse overheid heeft in totaal 1 205 aanvragen goedgekeurd. Dat is goed voor bijna 105 miljoen euro aan leningen voor de financiering van heropstartkosten voor ondernemers. West-Vlaamse ondernemers konden met 327 goedgekeurde dossiers (27,16 %) rekenen op 32,26 miljoen euro aan leningen. “Met deze lening konden ondernemers die door de coronacrisis met een concrete liquiditeitsnood zaten, een doorstart maken. Concreet kan het hier bijvoorbeeld gaan over de kosten voor de aankoop van een kledingcollectie voor het volgende seizoen. De lening kon enkel aangevraagd worden voor ondernemingen die financieel gezond waren voor de crisis maar waarbij de banken of toeleveranciers toch geen of moeilijk krediet toekenden”, zegt De Vreese.
Oorspronkelijk was de heropstartlening van kracht vanaf 31/05 tot 01/08 met een totaalbudget van 75 miljoen euro. Maar de regering stelde begin juli vast dat de maatregel zeer effectief was en dat de doelgroep van retailers en horeca goed werd bereikt. Door een budgetverschuiving van 30 miljoen werd het mogelijk om de maatregel te verlengen tot eind september of tot de uitputting van het beschikbare budget. Op 8 september werd het verhoogde budgetplafond van 105 miljoen euro bereikt en werd de maatregel stopgezet. De opstartlening werd in het leven geroepen voor de financiering van handelsgoederen, voorraden en overige heropstartkosten. De lening duurt twee of drie jaar met een rente van 1 % op jaarbasis.
In totaal werden er 424 West-Vlaamse dossiers ingediend en 327 daarvan werden goedgekeurd. Het waren voornamelijk ondernemers in de retail- en horecasector die beroep deden op de lening. “De heropstartlening heeft zijn effect niet gemist. Op deze manier konden onze detailhandelaars en horecazaken hun voorraden terug aanvullen en een goeie doorstart maken”, besluit De Vreese.