Menen investeert voor 10.000 euro in elektrische toestellen voor groenonderhoud
De groendienst uitrusten met goed functionerende apparaten voor een nog veiligere én stillere efficiënte werking is een bewuste keuze bij Stad Menen. Op voorstel van zijn teamcoach koos de stedelijke groendienst samen voor een uitgebreide set van nieuwe, elektrische toestellen voor het groenonderhoud in de publieke ruimte.
Twee haagscharen, twee hoogsnoeiers, twee bosmaaiers, vier onkruidverwijderaars combisysteem, twee zeisen, één bladblazer en vier onkruidknippers: een bestelling van samen 10.458,73 euro werd door de lokale verdeler Verdé uit Rekkem afgeleverd aan een tevreden groenteam van de Stad Menen. “Voor het eerst kiezen we voor het uitgebreide gamma van elektrische batterijtoestellen”, zegt schepen van publieke ruimte Patrick Roose. “De veiligheid en gezondheid van onze medewerkers primeert, want ook de ergonomie is optimaler. De toestellen werken veel stiller tijdens hun gebruik en produceren geen vervuilende uitlaatgassen, zoals de vroegere versies op brandstof dat wel deden. Andere voordelen zijn minder trillingen en minder onderhoudsnood. Waar we in het verleden een te beperkte kracht en batterijcapaciteit vaststelden, hebben we nu na uitgebreid testen kunnen ervaren dat we met deze toestellen wel alle werkingsmogelijkheden behouden. Door de omschakeling naar batterijtoestellen gaan we voor nul CO²- emissie wat in lijn ligt van onze klimaatdoelstellingen.”
“Zeker afgelopen groenseizoen was het voor alle groendiensten in ons land een bijzonder grote uitdaging om de publieke ruimte en de publieke groenzones in het bijzonder te beheersen en netjes te houden. Die uitdaging is voor onze stad nog groter, mede door het groeiend aantal m² publiek groen van de afgelopen jaren. Het is dan ook van absoluut belang om steeds te kunnen beschikken over goede en aangepaste uitrusting”, weet schepen Roose. “Ieder team dient op ieder moment over de vereiste uitrusting te kunnen beschikken om een optimaal beheer te kunnen garanderen, vandaar onze bijkomende investering in deze legislatuur.”