Kijk. Honderden kindjes openen gloednieuwe indoorzone Circus Bumba na spectaculaire Bumba Kids Parade
Gisterenmiddag vond de feestelijke opening van Circus Bumba in Plopsaland De Panne plaats. Het was Bumba zelf die de eer kreeg om de zone, met 5 splinternieuwe attracties, officieel te openen. Bezoekers kunnen er vanaf vandaag o.a. een ritje maken in de attractie ‘Op reis met Bumba’, die bezoekers meeneemt op doorreis rond de wereld. De gloednieuwe indoorzone betreft een investering van 12.5 miljoen euro.
Circus Bumba verleent onderdak aan vijf gloednieuwe attracties: Tumbi’s Ballenbad, Poppa’s Klimtoren, Bumballoon, De Dolle Busrit en ‘Op reis met Bumba’. Bovendien kijken bezoekers voortaan naar de Bumba Show in het fonkelnieuwe Bumba Theater, waar de show van nóg dichterbij te volgen is. De oppervlakte van het circus bedraagt zo’n 3.000 m² en biedt, met andere woorden, ontelbare mogelijkheden voor urenlang indoorplezier. Met deze indoorzone speelt de Plopsa Group opnieuw in op de all-weatherervaring van haar bezoekers.
Het was dan ook Bumba die, in het bijzijn van duizenden fans, de splinternieuwe indoorzone deze middag opende na een spectaculaire Bumba Kids Parade. De parade startte op het Dorpsplein onder het goedkeurend oog van de circusdirecteur waarna honderden kinderen met Bumba-hoedje zich een weg baande doorheen het park om vervolgens te eindigen bij Circus Bumba. Daar viel dan uiteindelijk letterlijk het doek en werd de indoorzone tijdens een officiële openingsceremonie geopend.
“Na de opening van het Bos van Plop in 2000 keren we met Circus Bumba terug naar waar het allemaal begon. Vandaag stond dus volledig in het teken van Bumba. Dat het Studio 100-figuurtje nog steeds enorm in trek is bij de allerkleinsten, werd vandaag meer dan ooit bevestigd tijdens de Bumba Kids Parade. Vandaag stond de filosofie van de Plopsa Group m.a.w. meer dan ooit voorop: kinderen een onvergetelijke dag bezorgen op een locatie waar ze hun favoriete helden kunnen ontmoeten”, aldus Koen Clement, CEO a.i. van de Plopsa Group. Foto’s Kevin Rombaux.