Kijk. Eerste Impressies van de opening van Knokke Art Fair
Em. prof. dr. Willem Elias (AICA) was de eerste bezoeker van de Knokke Art Fair afgelopen weekend en dankzij hem leescje alvast zijn eerste impressie: in het Casino Knokke is men geneigd op de tippen van de tenen te lopen (niet in de speelzaal uiteraard). De massale Venetiaanse luchter beheerst de sfeer van feestelijkheid. De trappen brengen je in een gemoed van bestijgen, de overgang naar iets voornaams. Deze natuurlijke geconditioneerde ingetogenheid wordt onmiddellijk beloond met een apotheose van kleur. Devea Gallery overweldigt je met een panoplie aan werken van de Hollandse kunstenaar Charlotte Molenkamp (°1955). Enkele in de stand, maar vooral de reeks op de lange achtermuur -aantrekkelijkste plek van het tentoonstellingsvermogen van de casinoruimte- zijn overweldigend aan kleurenpracht in interessante vormverhoudingen. Molenkamp laat je aanvoelen wat schilderkunst reeds in de grotten was, iets dat je met gans je lichaam doet, niet enkel met handvaardigheid.
Een goede start die je van het ene avontuur in het andere laat rollen. Let op, er zijn passages in dat verrassend gebeuren die je slecht bekomen. Van sommige werken begrijp je niet hoe iemand dat in zijn leefruimte kan verdragen. In een kunstbeurs geldt echter nog de oude spreuk, “de gustibus et de coloribus non est disputandum”, over smaak en kleur valt niet te redetwisten. Die strijd voltrekt zich in de kunstwereld waar allerlei controles gebeuren om te selecteren, volgens ingestelde criteria van de kunstwetenschap en -kritiek. Dat is een andere wereld. Een beurs is een plek van genieten, hier is de klant koning.
Het journaal 12/08
Ik had het daarnet over ‘rollen’ en dat is een passend werkwoord om de beleving van het parcours te beschrijven. Alexander Tuteleers, die zich ondertussen ontpopt heeft tot een kunstbeurzenspecialist met internationale allure, heeft de opbouw zo geregeld dat het een mooie artistieke wandeling wordt. De standen zijn geen hokjes volgestouwd met werken zodat je je op de schietkramen van een kermis waant. Het vormt een in elkaar overlopend traject, wat het visuele evenement verleidelijker maakt.
Zowat dingen die me in het oog gesprongen zijn:
-De Belgische Gallery Vision XR brengt Mr. Brainwash, kunstenaarsnaam voor Thierry Guetta (°1966). Zijn exuberante werken zijn een schoolvoorbeeld van het postmodernistische principe van de ‘appropriation art’ het zich toe-eigenen van bestaande beelden van andere kunstenaars en dat in een nieuwe context brengen. Vooral de relatie met Banksy’s ‘Meisje met ballon’ is merkwaardig. Het mysterieuze waarmee deze kunstenaar is omgeven, geraakt verstrengeld met wat Mr. Brainwash, zelf een street artist, ons voorspiegelt. Dit doet de vraag oprijzen of het hier soms niet over dezelfde persoon gaat. Wie zich wil onderdompelen in de LGBTIQA+ kunst kan dit in een hoekje van Gate Gallery.
-Galerie Stéphane Jacob overtuigt ons dat de Aboriginal art uit Australië meer is dan een traditie, maar een rol speelt in hedendaagse abstracte kunst.
Uiteraard zijn er gevestigde namen van de partij.
-Galerie Saint-Honoré brengt prachtige werken van Lindstrøm mee en een uitmuntend abstract doek van Georges Mathieu. Wanneer men wil zien waar Arne Quinze de mosterd heeft gehaald voor zijn rode ‘Rock Strangers’ op de dijk van Oostende, kan dit in de Avivson Art Gallery met werk van de Duitse Ewerdt Hilgemann (°1938).
-Een prachtige brons ‘Poule clefs à pipe’ is te zien in de Sanary Art Gallery. Men vindt er voortreffelijke werken van Jean Cocteau, Pierre Soulages, Jean-Paul Riopelle en Sam Francis.
-Een mooi voorbeeld van hoe een stand nemen in ‘ArtistMeeting’ kan leiden naar ‘Knokke Art Fair’ is Dominique Ampe die door Galerie Van Nuland vertegenwoordigd wordt.
Het is ondertussen een traditie geworden dat in de Magritte zaal ijkpunten gevestigd worden, de zogenaamde ‘Highlights’. Op vier plekken gaat een duo in confrontatie. Het boeiendst is een Gerhard Richter tegenover ‘De Baadster’ van Permeke uit 1910, toen deze nog post-impressionistisch werkte. De drie andere duo’s zijn Atelier Van Lieshout versus Oscar Murillo, Joel Shapiro in gezelschap van Wilhelm Sasnal en Pol Bury samen met Mike Kelley. Kortom, zoals men in Brussel zegt: ‘ça vaut le détour!’.