Home > Jef Bogaert uit Zedelgem brengt 388 blz prachtig boek over Ratte Vyncke uit

Jef Bogaert uit Zedelgem brengt 388 blz prachtig boek over Ratte Vyncke uit

Geschreven op 11 juli 2022 om 08:40 door Mario De Wilde

Jef Bogaert uit Zedelgem bracht zopas een schitterend boek uit over Amaat Vyncke (1850-1888) en zijn wereld: Zoeaven, blauwvoeters, Kongo-ontdekkingsreizigers en Witte Paters. Jef Bogaert (° 1953) is in 1989 medestichter van het Zedelgemse Ratte Vyncke Comité, dat jaarlijks de Ratte Vyncke prijs uitreikt voor sociaal-cultureel engagegement. In 2014 wordt Amaat Vyncke (1850-1888) in zijn geboortedorp herdacht door de gemeente Zedelgem met een tentoonstelling waarvan Jef Bogaert curator is. Bij die gelegenheid schrijft hij ook een biografie : Amaat Vyncke (1850-1888) : Zedelgems zoeaaf, blauwvoet-studentenleider en Witte Pater (Zedelgemse historische uitgaven nr. 3). De toegang tot nieuwe contacten met experts (o.a. prof. em. D. Vangroenweghe en M. Couttenier, verbonden aan het Africa musueum van Tervuren) en nieuwe informatiebronnen die hieruit voortvloeien, vormen de basis voor de nieuwe biografie die vandaag beschikbaar is.

Balder Goethals tekende Amaat Vyncke bij het vertrek van de karavaan in Zanzibar. De tekening siert het titelblad en de cover. Voor de promotie is er ook gestart met een nieuw blog: rattevyncke.blogspot.com. Daarnaast worden lezingen gegeven voor verenigingen enerzijds over “De zoeaven, ook van bij ons” en “Ratte Vyncke”. Voor de zoeaven gaat het over alle zoeaven, dus ook bv. Franse en Amerikaanse maar aangevuld met een bespreking van de plaatselijke pauselijke zoeaven. Meer informatie jefbogaert@gmail.com.

Over Ratte Vyncke:
Amaat Vyncke wordt geboren in 1850 in Zedelgem als zoon van koster Gustje Vyncke. Hij is een ‘doendegaard’ en haalt heel wat kwajongensstreken uit. Leo Claeys (° 1930) vertelde de auteur een nog onbekende anekdote over hoe de broers Vyncke een jonge hond opsloten op de kansel.

In 1860 gaat hij op internaat in het Klein Seminarie in Roeselare. Zijn studiemeester, Hugo Verriest, geeft hem zijn bijnaam Ratte. Amaat heeft wat problemen om zich aan het internaatsleven aan te passen en komt zo in het college van Menen terecht. Op zijn 17de wordt hij vrijwilliger bij de pauselijke zoeaven in Rome, om Paus en Kerkelijke Staat te beschermen bij de eenmaking van Italië. Recent vond ik zijn uniform terug, in het Lievensmuseum in de kerk van Moorslede.

Na twee jaar keert hij terug en studeert verder in het Klein Seminarie waar hij als commandant de studentenbeweging uitbouwde. Enkele priester-leraars (Gezelle, Verriest, …) zorgen voor een groeiend Vlaams bewustzijn, in confrontatie met een opvoeding waarin het gebruik van de Vlaamse taal verboden wordt.

Hij zal priester worden en dus volgt het Grootseminarie in Brugge. De seminaristen Amaat Vyncke en Zeger Maelfait starten eerst met de “Almanak voor de leerende jeugd van Vlaanderen” en dan met “De Vlaamse Vlag(ge)”, het belangrijkste Vlaamse studententijdschrift tot de jaren ‘30. Ook Albrecht Rodenbach is een belangrijke medewerker aan beide tijdschriften.

Het zoeavenbloed blijft bruisen en Vyncke wordt secretaris van de “Pauselijke Soldaten Maatschappij Westvlaanderen”, de oud-zoeavenvereniging waar later het nog bestaande Pro Petri Sede uit ontstaat. Zijn overtuigingskracht zorgt er voor dat het vooral West-Vlaamse oud-zoeaven zijn, die later naar Afrika trekken om als hulpmissionarissen de Witte Paters te beschermen.

De jonge priester wordt kapelaan (“onderpastoor”) in Dudzele. Het slapende Dudzele wordt een levendige parochie. Amaat Vyncke richt de “Fanfarengilde der Xaverianen” op (1877), nu de oudste fanfare van Vlaanderen. Daarnaast komen de gaaibolders, het toneel, zang, … Bij de schoolstrijd overtuigd hij senator Leon Van Ockerhout, vriend van baron van Caloen om grond te schenken voor een nieuwe school die dan in enkele maanden tijd gebouwd wordt. Zijn woning, met een beschaduwde tuin, wordt als “de Groene Tente” het centrum van de Vlaamse Beweging.

Het succes van De Vlaamse Vlagge leidt tot een botsing met de bisschop en dus moet de redactie met schuilnamen worden. De Swighenden Eede is geboren. Vandaag kennen we nog de volksalmanak “Het Manneke uit de Mane” dat ontstaan is. Het is ook De Swighenden Eede die later het initiatief neem om de Vynckes “Brieven van eenen Vlaamschen missionaris” in boekvorm uit te geven1.

Zijn opleiding tot Witte Pater gebeurt voor in Maison-Carrée, nabij Algiers. Hij gaat niet rechtstreeks naar zijn missiepost maar komt nog even terug om in Rijsel een apostolisch huis op te richten, een huis waar Witte Paters voor hun vertrek kunnen verblijven bij het studies tropische geneeskunde aan de katholieke universiteit van Rijsel. Hij is hier in gezelschap van Emmanuel Faraghit, vrijgekocht slaaf, die later getuige zal zijn bij de antislavernijcampagne van mgr. Lavigerie en daarna als arts terug zal keren naar de nieuwe Onafhankelijke Kongostaat.

Dan vertrekt Vyncke via het nieuwe Suez-kanaal, waar hij het toekomstig belang van het kanaal voor de uitbouw van de haven van Brugge/Zeebrugge voorspelt, naar Zanzibar. Vervolgens trekt met de 4de karavaan van de witte paters via Bagamoyo, Mpapua, Tabora, Ujiji en dan over het Tanganyikameer naar Kibanga. Deze karavaanreis zoals ook Stanley tien jaar eerder op zoek naar Livingstone was begeleid door slaven- en ivoorhanderlaars. Over Stanley vonden we in de nieuwe internationale literatuur een totaal ander plaatje (leugenachtig en weinig respect voor anderen) dan we vroeger op school leerden.

Hij heeft allerlei taken, o.a. fotograaf (met een (ver)draagbaar toestel met glasplaten voor de negatieven). Deze foto’s werden veelal omgezet in een gravure, voor een beter beeld. We vonden enkele van deze gravures terug waarbij het niet gekend was dat ze gemaakt waren op basis van een foto getrokken door Amaat Vyncke. Andere taken zijn o.a. jager (voor bescherming en om vlees te bekomen) en medische zorg. Zo zal hij in 1885 in Kibanga de eerste vaccinatie tegen pokken in Centraal-Afrika uitvoeren. Het vaccin is echter kapot van de hitte en dus keert hij naar het oude systeem, de variolatie met huidschilfers van besmette personen. Net als corona zijn pokken heel besmettelijk maar nog veel meer dodelijk: de oversterfte door pokken (in Kibanga) is 20 keer hoger dan bij corona.

In 1888 overlijdt Amaat op 38-jarige leeftijd aan malaria, zijn leven gegeven voor de meest hulpelozen, voor zij die het slachtoffer waren de Arabo-Swahilische slavenhandel. Voor de rouwdienst in Kortrijk schrijft zijn vriend Guido Gezelle het gedicht “Gij zijt de vriend van God”. In het boek worden ook andere gedichten van Gezelle gewijd aan Amaat Vyncke (en aan andere betrokkenen) besproken.

Over het boek:
Aan deze nieuwe biografie werd ongeveer zeven jaar gewerkt. Hierbij werden meer dan 260 brieven van Amaat Vyncke geraadpleegd. Witte Pater Luc Lefief voormalig overste voor België, schreef de aanbeveling. Het bedrijf Vyncke Clean Energy Technology, net als Amaat overtuigde Vlamingen, heeft deze uitgave financieel ondersteund. Door hun bijdrage kunnen we het boek aanbieden aan 60 euro en het grootste deel daarvan zal doorgestort worden naar een sociaal werk.

Het boek telt 388 blz. op A4-formaat, is rijk geïllustreerd en wordt uitgegeven met een harde cover en leeslint. De verkoop gebeurt via Jef Bogaert, auteur. Kostprijs 60 euro (exclusief 5 euro verzendingskosten) te storten op BE93 7506 9398 7167.

0 reacties

Wees de eerste die reageert op dit artikel!

Geef een reactie op dit artikel

Velden met een * zijn verplicht in te vullen. E-mailadressen worden nooit gepubliceerd op de website.