Feest in Knokke-Heist want Wilma van Café Monico staat 40 jaar achter de toog
Op 1 november 2023 was het feest in Café Monico. Wilma stond dan namelijk exact 40 jaar achter de toog. Een mijlpaal om niet te vergeten, want onder haar bekwame handen groeide Café Monico uit tot een echte hotspot voor alle jonge en oudere Knokke-Heistenaren. Wilma is niet alleen mama van twee kinderen en oma van vier kleinkinderen maar waakt ook als een echte “barmoeder” over het welzijn van al haar klanten. Tijd dus voor een gesprekje met wonderlijke Wilma!
Dag Wilma. 40 jaar, proficiat! Hoe is het destijds allemaal begonnen voor jou?
Wilma: “De vorige eigenaar van Café Monico was mijn nonkel en het café stond op faillissement. De Monico had toen een heel slechte naam. Er werd hier veel gevochten. Ik was op dat moment (in 1983) 25 jaar en ik werkte al 7 jaar in pannenkoekenhuis Ter Kloeffe in Damme. Mijn nonkel vroeg: “Pak je ’t café niet over?” en na wat aandringen van zijn kant zei ik ja.
In het begin was er veel miserie. Er werd veel gevochten, gebroken ruiten, … En ik stond hier alleen als 25-jarige, want mijn man hielp niet in ’t café. Na een tijdje zei ik: “Het kan hier niet meer zijn.” en heb ik met m’n vuist op tafel geslagen. Ik heb staan roepen tot zelfs de buren kwamen kijken wat er gaande was. Ik heb ze toen allemaal buitengezet, één over één over de loop van de jaren.”
Moet je je vaak kwaad maken als cafébazin?
“Ik word eigenlijk nooit kwaad. Ook niet als klanten dronken zijn. Maar als ze vechten, is ’t gedaan. Eén keer vechten en dan komen ze nooit meer binnen. Dat zeg ik ook letterlijk: “Gie komt niet meer binnen”. En ik onthoud ze hé. Tenzij ik ze niet meer herken (lacht). Dat is ook al eens gebeurd. Die persoon was zodanig veranderd, maar zei dan zelf “Ewel Wilma, herken je me niet meer?”. Daarna viel m’n frank en heb ik haar alsnog buiten gezet. Hier past geen agressie. Hier moet je ‘leute’ maken.”
Wanneer is de ommezwaai dan gekomen en stroomden de nieuwe klanten binnen?
“In het begin durfden de klanten niet binnenkomen door die ambetanteriken, maar met de jaren is dat verbeterd. Nu komen zelfs jonge gasten iets drinken. Ze staan hier soms op vrijdag- en zaterdagavond op de tafels te dansen (lacht). Notarissen, advocaten, rechters, … Hier praat iedereen tegen iedereen. Als er iemand alleen zit, zeg ik ook altijd “kom erbij, zet je hier aan de toog”.”
Zetten klanten nog steeds hun drankjes op de rekening, op ‘de poef’?
“Nee, dat is hier niet meer mogelijk. Ik had vroeger rekeningen van hier tot in Tokio. Had ik al dat geld ook ontvangen, kon ik een nieuwe Mercedes kopen (lacht). Dus dat doe ik niet meer.”
Zelf woon je hier?
“Ja. Ik slaap hier, maar het pand is niet mijn eigendom. Ik heb spijtig genoeg nooit de kans gehad om het te kopen. Het is eigendom van brouwerij INBEV.”
Denk je nooit aan stoppen?
“Ik heb nog een contract van 5 jaar met INBEV, maar ik zou graag nog een beetje langer willen verderdoen. Toch nog een jaar of 9, want ik heb aan de brouwer ook nog 9 jaar bij gevraagd. Ze waren wel verbaasd, want ze zien blijkbaar niet veel mensen meer die zolang bijvragen. Maar ik doe door zolang ik kan en ga nooit stoppen. Tot ik doodval achter de toog (lacht). Ik zeg altijd: “Moest ik m’n leven opnieuw doen, begon ik 7 jaar vroeger. Direct aan m’n 18 jaar uit school dan.”.
“Op 1 november baat ik Café Monico 40 jaar uit dus, maar het zit al 54 jaar in de familie. Mijn tante heeft het 11 jaar uitgebaat en dan heeft mijn nonkel het overgepakt voor 2 jaar. We zijn open tot de mensen weggaan. In de zomer is dat al eens laat omdat de mensen blijven babbelen op het terras. Het langste dat ik ooit open was, was tot 4.20 uur. Maar ongeacht het sluitingsuur, ’s morgens open ik altijd om 10 uur. Behalve op zondag, dan zijn we gesloten.”
Wat is je mooiste moment of herinnering?
“Ik heb altijd mooie momenten. Ik doe het altijd graag. Ik heb geen slechte momenten. Misschien toen mijn man gestorven is, maar toen was het café gesloten. Ik sluit ook bijna nooit, mijn laatste vakantie dateert alweer van voor corona. Daarna ben ik eens 3 dagen weggeweest, maar nooit langer. Corona zelf vond ik wel niet zo erg, ik zag dat vooral als betaald verlof, want ik heb geen zware aflossing of kosten dus eigenlijk werd ik gewoon doorbetaald voor niets te doen.”
Van waar komen alle koffiepotten en molens eigenlijk?
“Alles wat hier hangt, heb ik gekregen van klanten. Nu vraag ik de laatste jaren wel als ze bijv. tegeltjes meebrengen voor in het toilet. Voor ik stop, wil ik heel de wc vol hebben hé (lacht). De koffiepotten boven de bar komen van mezelf. Ik had die thuis liggen en een vriendin vroeg: “Waarom zet je ze niet uit in ’t café?”. Ik had dat wel beter niet gedaan. Kijk maar eens rond (lacht). Ik heb er nu nog meer! Bij de omschakeling op een andere koffiemachine had ik trouwens nog veel zakken koffiebonen liggen. Zoveel koffie verkoop ik eigenlijk niet dus hadden we met een paar mensen het idee om de bonen met de hand te malen in de antieke koffiemolens die hier staan. En ze marcheren nog hé (lacht)!
Wat zijn de populairste drankjes?
Jupiler van de tap verkoopt het meest. Een pintje hé. We zijn een pintencafé. Ik ben zodanig gewend van pintjes te tappen dat die handeling vanzelf komt. Na 40 jaar wordt er al eens gezegd dat ik de perfecte pint tap. Hopelijk kan ik er nog heel wat tappen! (lacht).