Ex-stadsdichter van Brugge brengt ‘Het Huis van de Dichter’ uit
Onlangs verscheen bij Uitgeverij P ‘Het Huis van de Dichter’, een bloemlezing uit het werk van Hermans Leenders poëtisch werk van 1992 tot 2020 aangevuld met vijf nieuwe, ongepubliceerde gedichten en voorafgegaan door een verhelderende inleiding van Carl De Strycker. Dit boek van Herman Leenders zou, samen met ‘Overstekend wild’, in februari voorgesteld worden in CC HET SPOOR in Harelbeke maar heks Corona heeft daar een stokje voorgestoken. Dat zou de poëziefan er zich niet van mogen weerhouden om dit heerlijke uitgaven te kopen.
Als eenentwintigste deel van de bekende Parnassusreeks van Uitgeverij P verschijnt Het
huis van de dichter. Voor zijn ‘zelfbloemlezing’ herschikte Bruggeling Herman Leenders zijn poëzie op thematische gronden. Daardoor ontstaat een beeld van een consistent dichterschap dat over de jaren heen weliswaar variatie kent, maar steeds dezelfde kwesties aan de orde stelt. De poëzie van Leenders heeft een verbindende en conserverende werking. Hij is geen vormvernieuwer of postmodern ontregelaar, maar
schrijft zich in de traditie in: zijn gedichten zien eruit als gedichten, ze leggen intense ervaringen uit het dagelijkse leven vast met verrassende beelden. Door zijn milde spot, ironie en taalspel blijft toch enige lichtvoetigheid bewaard ondanks de zwaarte van de thematiek.
Carl De Strycker, directeur van het Poëziecentrum, schreef een voorbeschouwing over de
samenstelling van de bundel, Leenders ironische taalgebruik en zijn plaats in de klassieke poëtica. Leenders is “bedachtzaam en klassiek, maar uniek om de subtiele twist die hij in zijn gedichten telkens aan de werkelijkheid weet te geven door het gebruik van een bijzondere invalshoek, een kleine verschuiving of een kwinkslag”.
Herman Leenders (Brugge, 1960) studeerde Germaanse filologie. Hij debuteerde in 1982 met ‘Mijn landschap’, een beeldinventaris, een dichtbundel die verscheen in de Yang-poëziereeks. De dichtbundels ‘Ogentroost’ (1992), ‘Landlopen’ (1995), ‘Speelgoed’ (2000), ‘Vervalsingen’ (2008), ‘Dat is wij’ (2013) en ‘Overstekend wild'(2020) verschenen bij De Arbeiderspers, evenals de verhalenbundel ‘Het mennegat’ (1994) en de romans ‘De echtbreukeling’ (2005) en ‘God speelt drieband’ (2017). In 2016 en 2017 was hij (vrije) stadsdichter van Brugge. Hij ontving de C. Buddingh’-prijs, de Hugues
C. Pernath-prijs en twee maal de Prijs van de Provincie West-Vlaanderen.
“Maar vooral schrijft Leenders vanuit een prachtige visualiteit. Hij ziet heel goed wat hij ziet, en weet heel goed dat er achter dat beeld een groot ‘waarachter’ schuilgaat.” Herman de Coninck
“Deze gedichten doen mij denken aan de poëzie van de Zweedse dichter Tomas Tranströmer die ook de werkelijkheid wist te intensiveren, opdat er zich een onbewuste werkelijkheid manifesteerde.”
Johan Reijmerink
“Leenders’ mooie, want bedrieglijk heldere poëzie gaat sterk over onvermogen.” Paul Demets