De nieuwe Jan Van Eyck woont sinds kort in Brugge: Jan De Cock
Jan De Cock: “Het heeft vijf eeuwen geduurd, sinds Meester Jan Van Eyck, dat er nog eens een grote kunstenaar aan de Brugse reien heeft gewoond en gewerkt.”
Kerstsfeer in Brugge. Het is traditioneel koppen lopen in de winkelstraten. Koetsen zoeken een weg naar de populaire highlights en bootjes zitten afgeladen vol met wuivende toeristen. We zijn intussen op de koffie in de Spinolarei bij de flamboyante meester-beeldhouwer en kunstschilder Jan De Cock die sinds enkele maanden Kuregem ruilde voor Die Scone. Hier heeft hij ook zijn kersvers ‘The Bruges Art Institute’ geopend met als voornaamste streven: vanuit Brugge de kunst een reddingsboei toegooien…
Mario de Wilde
De winterzon laat een prachtig licht binnen door de hoge ramen van zijn statig negentiende-eeuws burgerhuis en, mede door de klassieke muziek en de geur van olieverf, heerst er een barokke sfeer. Overal in de verschillende ateliers hangen of staan er kunstwerken van de Meester Zelve. Van torenhoge constructies in vezelplaat tot de kleine maar niet minder beklijvende Hercules figuren in klei. Jan De Cock zit intussen al een tijdje in zijn nieuwe habitat en hij heeft het er duidelijk naar zijn zin. Jan De Cock: “Ik heb 25 jaar aan een stuk in Kuregem gecreëerd met uitzicht op de lelijkste schotelantennes,olievaten en verweerde vuilniszakken op de straatbalkons van Noord-Afrikaanse families. Ik zeg je, Brussel is lelijk en inspireert niet meer en de multiculturele samenleving is totaal mislukt. Ik zie wat verkeerd is of loopt, maar ik mag er helaas niks over zeggen of publiceren. Daarom dat ik zo blij ben dat ik hier een nieuwe inspirerende plek gevonden heb met waterzicht, waar ik aan een nieuw hoofdstuk mag beginnen. Ik koester hier het erfgoed en de vele tradities die Brugge rijk is en daarom noem ik Brugge ook de meest manifeste stad voor de toekomst. De traagheid van de dingen hier zullen op lange termijn een voordeel vormen. En bovendien ligt Knokke, waar een gezond kapitalisme aanwezig is, heel dichtbij. Noem het een wedergeboorte tussen kunst en leven, een West-Vlaamse avant-garde.”
Grootste van deze generatie
De verhuis van onze nationale hoofdstad naar de West-Vlaamse hoofdstad was niet zomaar een bevlieging. Jan De Cock: “Daar zijn jaren aan vooraf gegaan. Maar ik moest intussen ook nog mijn school in Brussel werkende houden, mijn internationaal oeuvre verder uitbouwen en uitkijken naar twee nieuwe atelierlocaties. Daarom dat ik bewust lange tijd onder de radar gewerkt heb en ja, de mensen ook een beetje zand in de ogen gestrooid. Dat werkt vaak louterend. Kijk, er is de laatste jaren een stroming van mensen die denken dat de wereld draait zoals het internet. Maar ze vergeten dat de realiteit gebouwd wordt door vakmensen op geschiedenis, cultuur en realiteit. Dat is zoals 2 miljoen vrienden hebben op facebook of een netwerk van mensen hebben waarop je kan terugvallen. Daar is ook een grote taak voor kunstenaars weggelegd. Ik probeer door schoonheid en het opbouwen van tradities een eigen identiteit te creëren, waardoor we weer een weefsel kunnen samenstellen tussen de mensen. Dat is ook de reden waarom ik altijd in de diepte gewerkt heb. Anders kan je onmogelijk de grootste van je generatie zijn.”
Verkleuterende verslaggeving
Jan De Cock is, na Luc Tuymans, de tweede Belgische kunstenaar die een tentoonstelling had in Tate Modern in Londen, en de eerste levende Belgische kunstenaar die solo in het Museum of Modern Art in New York mocht exposeren. Zijn naam stond op de grootste musea ter wereld en dat op zijn eigen manier. Dat we Jan De Cock mogen interviewen is niet zo vanzelfsprekend. In een recent verleden schreef hij een open brief geschreven naar de media (n.v.d.r.: VRT, Mediahuis, De Persgroep en Roularta Media Groep). Daarin schreef ik dat er een verkleutering had plaatsgegrepen in de verslaggeving. De media neigt steeds meer naar infotainment, zonder ook maar enige diepgang om een belangrijke stelling uiteen te doen. En dus zullen we het maar wat graag over The Bruges Art Institute hebben. Jan De Cock: “Het is een eliteschool die ik aanvankelijk in Brussel wilde opstarten. Maar de raad van bestuur van Sint-Lukas trok er plots de stekker uit. Men was niet uit op een nieuw onderwijsmodel, was de uitleg. Met andere woorden, men wil daar niet langer centen ophoesten voor onderricht met talent en visie. En dus ging ik op twee andere locaties die scholen oprichten. Ik nam in Piemonte, vlakbij Turijn en met uitzicht op de Mont Blanc, een prachtige oude fabriek van Olivetti-typmachines over. Daar richtte ik nieuwe werkhuizen en een atelier in. Hier in Brugge deed ik hetzelfde.”
Vergroeiingen door smartphone
Wie zich geroepen voelt om zich in te schrijven in deze eliteschool, weet maar best waar hij/zij aan begint. Jan De Cock: “Ik wil echt alle disciplines aanleren. Naast excellerende kunstenaar proberen te zijn, is onderwijs het belangrijkste. Niet alleen het beeldhouwen en schilderen an sich maar de mensen moeten ook grafisch kunnen werken, de oude etstechnieken onder de knie krijgen en behoorlijk kunnen spreken. Je zal dat misschien vreemd vinden maar taal is toch onze cultuur. Respect voor de eigen taal waarin we met elkaar communiceren is een evidentie. De juiste muziek en cinema kunnen lezen, de traditionele fotografie leren en de meest gangbare vormen van etiquette en zelfbeheersing doorgeven. Ik had hier een leerling die voortdurend naar de grond keek en zijn twee duimen waren dubbel zo groot als normaal. Welnu, die gast haalde zo’n 200 keer per dag zijn smartphone boven. Ik zeg je, dan krijg je dit soort afwijkingen en vergroeiingen. Hoe moet die ooit nog een penseel vasthouden? Ik ben de grote eik die hen sap geeft. Het kan pretentieus lijken, maar dat etiket krijg je steeds opgekleefd als je je kop boven het maaiveld uitsteekt.”
Ballenbad voor volwassen
Jan De Cock noemde zichzelf ooit de René Magritte en de Rogier Vanderweyden van zijn tijd, de laatste levende Vlaamse Primitief. Vooral West-Vlamingen en buitenlanders –van Amerika tot Japan- zijn verzamelaars van zijn werken. Jan De Cock: “Weet je dat het materiaal waarmee ik groot ben geworden, de monumentale barokke sculpturen, vervaardigd worden in Wielsbeke? Ik ben mijn carrière niet begonnen op de Zeedijk van Knokke maar in internationale galerijen. Nu wil ik in Brugge herinvesteren wat in Brussel niet meer kon. Daar noem ik de kunstscholen een opvangcentra voor mensen die eigenlijk weinig geïnteresseerd zijn om kunst te maken maken, een ballenbad voor volwassenen.”
Brugge beeldende hoofdstad van Europa
Ik wil met ‘The Bruges Art Institute’, van Brugge, terug de beeldende hoofdstad van Europa maken. Opnieuw leerling-meesters opleiden tot grote kunstenaars. De renaissance is altijd een samenwerking geweest van Italianen en Vlamingen. De grote kunstenaarslijn liep destijds van Zeebrugge over Brugge via Turijn naar Rome. Welnu, die kruisbestuiving wil ik opnieuw leven in blazen. De officiële opening volgt heel binnenkort. We zijn een nieuwe raad van bestuur aan het samenstellen en zoeken ook nog partners. Sponsors om het met een lelijk woord te zeggen. Een kleine krans van ondernemers die met ons willen samenwerken om jonge meesters met veel talent op te leiden en hen een eigen naam te geven. Als return –niets voor niets bestaat niet- ontvangen zij kunstwerken. We zijn nu ook een heel speciale bar aan het installeren waar we lezingen en recepties kunnen geven en ambiëren om rond Kerstmis open te kunnen gaan en try-outs te organiseren. De mensen die nu al langs geweest zijn, zijn stomverbaasd als ze dit allemaal zien. Kijk, het heeft vijf eeuwen geduurd, sinds Jan Van Eyck, dat er nog eens een kunstenaar aan de Brugse reien gewoond heeft en leerlingen opleidde. Ik ben de opvolger. Destijds was Brugge de grote metropool van Europa en nu komt er met de school opnieuw een vibe, er gaat een enorme microkosmos ontstaan van nieuwe kunstmeesters, net zoals in New York in de jaren zeventig.”
Art advisory
Jan De Cock omschrijft zijn stijl als een combinatie van het perspectief idee van joachim patinir,de eerste landschapschilder rond -1515-,de kleursymboliek van romantische schilder caspar-david Friedrich rond -1800-, de abstractie van cezanne,de zwierigheid van monet, de robuuste statigheid van antoine bourdelle,het fragmentarisch inwisselbare van consantin Brancusi,het infantiele kleurenpalet van cy twombly en het sculpturale ruimte gebruik van Donald Judd samen met het vakmanschap van Thomas Schütte dat hij weet om te buigen in iets eenvoudigs, een barokke beleving. Als uitsmijter heeft de man nog een primeur. “Ik engageer me intussen ook als art advisory voor mensen die kunst willen kopen. Het gaat vaak over CEO’s, zakenlui en ondernemers die a) niet altijd de tijd en energie hebben om de juiste kunst uit te zoeken, b) niet steeds kwalitatief op de hoogte zijn van kunst en kitch door de wildgroei aan platte commerciële galeries of c) niet genoeg in deze specifieke kunstenaarswereld thuis zijn om de juiste investeringen te herkennen. Dit concept vloeide voort uit het feit dat de voorbije jaren steeds meer mensen me vroegen om dat voor hen te doen. Welnu, dat wil ik vanaf nu in een echt transparant concept gieten en er een apart onderdeel van maken, met een showroom in hartje Brugge.”
brugseartinstitute.org en jandecock.com