16 beklaagden veroordeeld wegens niet vervullen functie van bijzitter in stem- of telbureaus

De rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk heeft 16 beklaagden veroordeeld
wegens het niet vervullen van het opgedragen ambt van (plaatsvervangend) bijzitter van een
stembureau of een telbureau. Alle inbreuken hebben betrekking op de verkiezingen van 9 juni 2024.
Feiten
Op 9 juni 2024 vonden er Vlaamse, federale en Europese verkiezingen plaats. Net als in het hele land
kwamen ook in het kiesarrondissement Kortrijk verschillende mensen die waren opgeroepen als
(plaatsvervangend) bijzitter van een stembureau of een telbureau niet of laattijdig opdagen. Deze mensen moesten zich allen verantwoorden voor de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk. Op de themazitting van 10 maart 2025 werden 21 strafdossiers behandeld en gevonnist.
Alle beklaagden kregen een minnelijke schikking aangeboden, maar gingen daar niet op in.
Strafmaat
De rechtbank veroordeelde tien personen omdat ze niet kwamen opdagen in het tel- of stembureau. Zes personen werden veroordeeld omdat ze te laat toekwamen. Twee personen werden vrijgesproken. Op basis van het summier strafdossier kon de rechtbank niet met de vereiste zekerheid vaststellen dat de beklaagden kennis hadden van het feit dat zij als bijzitter moesten zetelen. Drie beklaagden kregen opschorting van uitspraak voor een termijn van twee jaar.

Motivering rechtbank
De rechtbank hield rekening met volgende elementen:
• De feiten wijzen op een asociale ingesteldheid en een gebrek aan burgerzin. De beklaagden moeten tot het besef komen dat een burger ook bepaalde plichten heeft. Hieronder valt onder andere het verlenen van bijstand bij de organisatie van de verkiezingen, die een essentiële pijler vormen van onze instellingen en een garantie zijn voor onze democratie.
• De opgelegde geldboetes wijzen de beklaagde op gepaste wijze op de ernst van de feiten. Op die manier wil de rechtbank een herhaling hiervan in de toekomst vermijden.